Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Zijt wakende, en versterk het overige, dat sterven zou; want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God.

New American Standard Bible

'Wake up, and strengthen the things that remain, which were about to die; for I have not found your deeds completed in the sight of My God.

Kruisreferenties

Deuteronomium 3:28

Gebied dan Jozua, en versterk hem, en bekrachtig hem; want hij zal voor het aangezicht van dit volk henen overgaan, en zal hun dat land, dat gij zien zult, doen erven.

1 Koningen 11:4

Want het geschiedde in den tijd van Salomo's ouderdom, dat zijn vrouwen zijn hart achter andere goden neigden; dat zijn hart niet volkomen was met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.

1 Koningen 15:3

En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.

2 Kronieken 25:2

En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, doch niet met een volkomen hart.

Job 4:4-5

Uw woorden hebben den struikelende opgericht, en de krommende knieen hebt gij vastgesteld;

Job 16:5

Ik zou u versterken met mijn mond, en de beweging mijner lippen zou zich inhouden.

Jesaja 35:3

Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieen vast.

Jesaja 56:10

Hun wachters zijn allen blind, zij weten niet; zij allen zijn stomme honden, zij kunnen niet bassen; zij zijn slaperig, zij liggen neder, zij hebben het sluimeren lief.

Jesaja 57:12

Ik zal uw gerechtigheid bekend maken, en uw werken, dat zij u geen nut doen zullen.

Jesaja 62:6-7

O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen!

Ezechiël 34:8-10

Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik niet! Omdat Mijn schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al het wild gedierte des velds tot spijze geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders naar Mijn schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij niet;

Ezechiël 34:16

Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel.

Daniël 5:27

TEKEL; gij zijt in weegschalen gewogen; en gij zijt te licht gevonden.

Zacharia 11:16

Want ziet, Ik zal een herder verwekken in dit land; dat gereed is om afgesneden te worden, zal hij niet bezoeken; het jonge zal hij niet zoeken, en het verbrokene zal hij niet helen, en het stilstaande zal hij niet dragen; maar het vlees van het vette zal hij eten, en derzelver klauwen zal hij verscheuren.

Mattheüs 6:2-4

Wanneer gij dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de synagogen en op de straten doen, opdat zij van de mensen geeerd mogen worden. Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg.

Mattheüs 23:5

En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot.

Mattheüs 23:28-38

Alzo ook schijnt gij wel den mensen van buiten rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid.

Mattheüs 24:42-51

Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal.

Mattheüs 25:13

Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal.

Markus 13:33-37

Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is.

Lukas 22:31-32

En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe;

Handelingen 18:23

En als hij aldaar enige tijd geweest was, ging hij weg, en doorreisde vervolgens het land van Galatie en Frygie, versterkende al de discipelen.

Handelingen 20:28-31

Zo hebt dan acht op uzelven en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.

2 Timotheüs 4:1-4

Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk:

1 Petrus 4:7

En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden.

1 Petrus 5:8

Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;

Openbaring 2:4

Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.

Openbaring 16:15

Zie, Ik kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org