Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten.
New American Standard Bible
He who keeps a royal command experiences no trouble, for a wise heart knows the proper time and procedure.
Kruisreferenties
Exodus 1:17
Doch de vroedvrouwen vreesden God, en deden niet, gelijk als de koning van Egypte tot haar gesproken had, maar zij behielden de knechtjes in het leven.
Exodus 1:20-21
Daarom deed God aan de vroedvrouwen goed; en dat volk vermeerderde, en het werd zeer machtig.
1 Kronieken 12:32
En van de kinderen van Issaschar, die ervaren waren in het verstand van de tijden, om te weten wat Israel doen moest; hun hoofden waren tweehonderd, en alle hun broeders pasten op hun woord;
Psalmen 119:6
Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.
Spreuken 17:24
In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.
Prediker 2:14
De ogen des wijzen zijn in zijn hoofd, maar de zot wandelt in de duisternis. Toen bemerkte ik ook, dat enerlei geval hun allen bejegent.
Prediker 8:2
Ik zeg: Neem acht op de mond des konings; doch naar de gelegenheid van den eed Gods.
Prediker 10:2
Het hart des wijzen is tot zijn rechterhand, maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand.
Hosea 5:11
Efraim is verdrukt, hij is verpletterd met recht; want hij heeft zo gewild; hij heeft gewandeld naar het gebod.
Lukas 12:56-57
Gij geveinsden, het aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven; en hoe beproeft gij dezen tijd niet?
Lukas 20:25
En Hij zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.
Handelingen 4:19
Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot hen: Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden meer te horen dan God.
Handelingen 5:29
Maar Petrus en de apostelen antwoordden, en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan den mensen.
Romeinen 13:5-7
Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen om der straffe, maar ook om des gewetens wil.
1 Corinthiërs 2:14-15
Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden.
Filippenzen 1:9-10
En dit bid ik God, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen;
Colossenzen 1:9
Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;
Hebreeën 5:14
Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.
1 Petrus 3:13-14
En wie is het, die u kwaad doen zal, indien gij navolgers zijt van het goede?