Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen.
New American Standard Bible
He causes the grass to grow for the cattle, And vegetation for the labor of man, So that he may bring forth food from the earth,
Onderwerpen
Kruisreferenties
Job 28:5
Uit de aarde komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd, alsof zij vuur ware.
Psalmen 147:8-9
Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten;
Genesis 3:18
Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten.
Genesis 9:3
Al wat zich roert, dat levend is, zij u tot spijze; Ik heb het u al gegeven, gelijk het groene kruid.
Psalmen 136:25
Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Genesis 1:11-12
En God zeide: Dat de aarde uitschiete gras, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
Genesis 1:29-30
En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze!
Genesis 2:5
En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want de HEERE God had niet doen regenen op de aarde, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen.
Genesis 2:9
En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads.
Genesis 4:12
Als gij den aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; gij zult zwervende en dolende zijn op aarde.
1 Koningen 18:5
En Achab had gezegd tot Obadja: Trek door het land, tot alle waterfonteinen en tot alle rivieren; misschien zullen wij gras vinden, opdat wij de paarden en de muilezelen in het leven behouden, en niets uitroeien van de beesten.
Job 38:27
Om het woeste en het verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der grasscheutjes te doen wassen.
Psalmen 145:15-16
Ain. Aller ogen wachten op U; en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd.
Jeremia 14:5-6
Want ook de hinden in het veld werpen jongen, en verlaten die, omdat er geen jong gras is.
Joël 2:22
Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen weder jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven.
1 Corinthiërs 3:7
Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die den wasdom geeft.