Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.
New American Standard Bible
Praise the LORD! How blessed is the man who fears the LORD, Who greatly delights in His commandments.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Psalmen 128:1
Een lied Hammaaloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.
Psalmen 119:16
Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.
Psalmen 111:10
Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Psalmen 1:1-2
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
Psalmen 40:8
Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands.
Psalmen 111:1
Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten.
Psalmen 115:7-13
Hun handen hebben zij, maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel.
Psalmen 119:14
Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.
Psalmen 119:35
Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.
Psalmen 119:47-48
En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
Psalmen 119:70-72
Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.
Psalmen 119:97
Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.
Psalmen 119:143
Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen.
Psalmen 145:19
Resch. Hij doet het welbehagen dergenen, die Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep, en verlost hen.
Psalmen 147:1
Looft den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk.
Psalmen 148:11-14
Gij koningen der aarde, en alle volken, gij vorsten, en alle rechters der aarde!
Psalmen 150:1
Hallelujah! Looft God in Zijn heiligdom; looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte!
Jesaja 50:10
Wie is er onder ulieden, die den HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN, en steune op zijn God.
Lukas 1:50
En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen.
Romeinen 7:22
Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;
Romeinen 8:6
Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede;