Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Een lied op Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op tot U, Die in de hemelen zit.
New American Standard Bible
To You I lift up my eyes, O You who are enthroned in the heavens!
Kruisreferenties
Psalmen 121:1
Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen zal.
Psalmen 141:8
Doch op U zijn mijn ogen, HEERE, Heere! op U betrouw ik, ontbloot mijn ziel niet.
Psalmen 2:4
Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten.
Psalmen 11:4
De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; Zijn ogen aanschouwen, Zijn oogleden proeven de mensenkinderen.
Psalmen 25:15
Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.
Psalmen 120:1
Een lied op Hammaaloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord.
Psalmen 113:5-6
Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
Psalmen 115:3
Onze God is toch in den hemel, Hij doet al wat Hem behaagt.
Psalmen 122:1
Een lied Hammaaloth, van David. Ik verblijd mij in degenen, die tot mij zeggen: Wij zullen in het huis des HEEREN gaan.
Psalmen 124:1
Een lied Hammaaloth, van David. Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, zegge nu Israel,
Psalmen 125:1
Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid.
Psalmen 126:1
Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.
Psalmen 127:1
Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.
Psalmen 128:1
Een lied Hammaaloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.
Psalmen 129:1
Een lied Hammaaloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israel;
Psalmen 130:1
Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!
Psalmen 131:1
Een lied Hammaaloth, van David. O HEERE! mijn hart is niet verheven, en mijn ogen zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld in dingen mij te groot en te wonderlijk.
Psalmen 132:1
Een lied Hammaaloth. O HEERE! gedenk aan David, aan al zijn lijden;
Psalmen 133:1
Een lied Hammaaloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen.
Psalmen 134:1
Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.
Jesaja 57:15
Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.
Jesaja 66:1
Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust?
Mattheüs 6:9
Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd.
Lukas 18:13
En de tollenaar, van verre staande, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: O God! wees mij zondaar genadig!