Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen.
New American Standard Bible
Our soul has escaped as a bird out of the snare of the trapper; The snare is broken and we have escaped.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Psalmen 91:3
Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Spreuken 6:5
Red u, als een ree uit de hand des jagers, en als een vogel uit de hand des vogelvangers.
1 Samuël 24:14-15
Naar wien is de koning van Israel uitgegaan? Wien jaagt gij na? Naar een doden hond, naar een enige vlo!
1 Samuël 25:29
Wanneer een mens opstaan zal om u te vervolgen, en om uw ziel te zoeken, zo zal de ziel mijns heren ingebonden zijn in het bundeltje der levenden bij den HEERE, uw God; maar de ziel uwer vijanden zal Hij slingeren uit het midden van de holligheid des slingers.
Psalmen 25:15
Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.
1 Samuël 23:26-27
En Saul ging aan deze zijde des bergs, en David en zijn mannen aan gene zijde des bergs. Het geschiedde nu, dat zich David haastte, om te ontgaan van het aangezicht van Saul; en Saul en zijn mannen omsingelden David en zijn mannen, om die te grijpen.
2 Samuël 17:2
Zo zal ik over hem komen, daar hij moede en slap van handen is, en zal hem verschrikken, en al het volk, dat met hem is, zal vluchten; dan zal ik den koning alleen slaan.
2 Samuël 17:21-22
En het geschiedde, nadat zij weggegaan waren, zo klommen zij uit den put, en gingen henen en boodschapten het den koning David; en zij zeiden tot David: Maakt ulieden op, en gaat haastelijk over het water, want alzo heeft Achitofel tegen ulieden geraden.
Jeremia 5:26
Want onder Mijn volk worden goddelozen gevonden; een ieder van hen loert, gelijk zich de vogelvangers schikken; zij zetten een verderfelijken strik, zij vangen de mensen.
Jeremia 18:22
Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten.
2 Timotheüs 2:26
En zij wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder welken zij gevangen waren tot zijn wil.