Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Gij kroont het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van vettigheid.
New American Standard Bible
You have crowned the year with Your bounty, And Your paths drip with fatness.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Job 36:28
Welke de wolken uitgieten, en over den mens overvloediglijk afdruipen.
Psalmen 5:12
[ (Psalms 5:13) Want Gij, HEERE, zult den rechtvaardige zegenen; Gij zult hem met goedgunstigheid kronen, als met een rondas. ]
Psalmen 25:10
Caph. Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren.
Psalmen 36:8
Zij worden dronken van de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen uit de beek Uwer wellusten.
Psalmen 103:4
Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden;
Psalmen 104:3
Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.
Spreuken 14:18
De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen.
Joël 2:14
Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE, uw God.
Joël 2:21-26
Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde; want de HEERE heeft grote dingen gedaan.
Haggaï 2:19
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Maleachi 3:10
Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de HEERE der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren des hemels, en u zegen afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen.
Romeinen 11:17
En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeent, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig zijt geworden,
Hebreeën 2:7-9
Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over de werken Uwer handen;