1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, om te doen gedenken. (1a) Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.
2 Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad. 3 Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!
4 Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! 5 [ (Psalms 70:6) Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet! ]

Public domain