Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt;

New American Standard Bible

You will not be afraid of the terror by night, Or of the arrow that flies by day;

Kruisreferenties

Job 4:13-15

Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;

Job 5:19-27

In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren.

Job 24:14-16

Met het licht staat de moorder op, doodt den arme en den nooddruftige; en des nachts is hij als een dief.

Psalmen 3:5-6

Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij.

Psalmen 27:1-3

Een psalm van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?

Psalmen 46:2

Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen;

Psalmen 112:7

Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE.

Spreuken 3:23-25

Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.

Spreuken 28:1

De goddelozen vlieden, waar geen vervolger is; maar elk rechtvaardige is moedig, als een jonge leeuw.

Hooglied 3:8

Die altemaal zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard aan zijn heup, vanwege den schrik des nachts.

Jesaja 21:4

Mijn hart dwaalt, gruwen verschrikt mij, de schemering, waar ik naar verlangd heb, stelt Hij mij tot beving.

Jesaja 43:2

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.

Klaagliederen 3:12-13

Daleth. Hij heeft Zijn boog gespannen, en Hij heeft mij den pijl als ten doel gesteld.

Mattheüs 8:26

En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte.

Lukas 12:20

Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?

Lukas 12:39

Maar weet dit, dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven.

Hebreeën 13:6

Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen.

2 Koningen 7:6

Want de HEERE had het heir der Syriers doen horen een geluid van wagenen, en een geluid van paarden, het geluid ener grote heirkracht; zodat zij zeiden de een tot den ander: Zie, de koning van Israel heeft tegen ons gehuurd de koningen der Hethieten, en de koningen der Egyptenaren, om tegen ons te komen.

Job 6:4

Want de pijlen des Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org