'Huis van Juda' in de Bijbel
Daarna kwamen de mannen van Juda, en zalfden aldaar David tot een koning over het huis van Juda. Toen boodschapten zij David, zeggende: Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul begraven hebben.
En nu, laat uw handen sterk zijn, en zijt dapper, dewijl uw heer Saul gestorven is; en ook hebben mij die van het huis van Juda tot koning over zich gezalfd.
Veertig jaren was Isboseth, Sauls zoon, oud, als hij koning werd over Israel; en hij regeerde het tweede jaar; alleenlijk die van het huis van Juda volgden David na.
Het getal nu der dagen, die David koning geweest is te Hebron, over het huis van Juda, is zeven jaren en zes maanden.
Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was, vergaderde hij het ganse huis van Juda en den stam van Benjamin, honderd en tachtig duizend uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen het huis Israels te strijden, opdat hij het koninkrijk weder aan Rehabeam, den zoon van Salomo, bracht.
Zeg tot Rehabeam, den zoon van Salomo, den koning van Juda, en tot het ganse huis van Juda en Benjamin, en overige des volks, zeggende:
Want het ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en zal opwaarts vrucht dragen.
Nu heeft mij de HEERE, de God Israels, verkoren uit mijns vaders ganse huis, dat ik tot koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want Hij heeft Juda tot een voorganger verkoren, en mijns vaders huis in het huis van Juda; en onder de zonen mijns vaders heeft Hij een welgevallen aan mij gehad, dat Hij mij ten koning maakte over gans Israel.
Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was, vergaderde hij het huis van Juda en Benjamin, eenhonderd en tachtig duizend, uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen Israel te strijden, opdat hij het koninkrijk weder aan Rehabeam bracht.
En ziet, Amarja, den hoofdpriester, is over u in alle zaak des HEEREN; en Zebadja, de zoon van Ismael, de vorst van het huis van Juda, in alle zaak des konings; ook zijn de ambtlieden, de Levieten, voor uw aangezicht; weest sterk en doet het, en de HEERE zal met den goede zijn.
Toen Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al het koninklijke zaad van het huis van Juda om.
En het geschiedde van dien dag af, dat de helft mijner jongens doende waren aan het werk, en de helft van hen hielden de spiesen, en de schilden, en de bogen, en de pantsiers; en de oversten waren achter het ganse huis van Juda.
Want het ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en het zal opwaarts vrucht dragen.
In die dagen zal het huis van Juda gaan tot het huis van Israel; en zij zullen te zamen komen uit het land van het noorden, in het land, dat Ik uw vaderen ten erve gegeven heb.
Want het huis van Israel en het huis van Juda hebben gans trouwelooslijk tegen Mij gehandeld, spreekt de HEERE.
Zij zijn wedergekeerd tot de ongerechtigheden hunner voorvaderen, die Mijn woorden geweigerd hebben te horen; en zij hebben andere goden nagewandeld, om die te dienen; het huis Israels en het huis van Juda hebben Mijn verbond gebroken, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb.
Want de HEERE der heirscharen, Die u heeft geplant, heeft een kwaad over u uitgesproken; om der boosheid wil van het huis Israels en van het huis van Juda, die zij onder zich bedrijven, om Mij te vertoornen, rokende den Baal.
Alzo zegt de HEERE: Aangaande al Mijn boze naburen, die Mijn erfenis aanroeren, dewelke Ik Mijn volke Israel erfelijk gegeven heb; ziet, Ik zal hen uit hun land uitrukken, maar het huis van Juda zal Ik uit hunlieder midden uitrukken.
Want gelijk als een gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israels en het ganse huis van Juda aan Mij doen kleven, spreekt de HEERE, om Mij te zijn tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord.
Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het huis van Israel en het huis van Juda bezaaien zal met zaad van mensen en zaad van beesten.
Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israel en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken;
Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het goede woord verwekken zal, dat Ik tot het huis van Israel en over het huis van Juda gesproken heb.
Misschien zullen die van het huis van Juda horen al het kwaad, dat Ik hun gedenk te doen; opdat zij zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg, en Ik hun ongerechtigheid en hun zonde vergeve.
Als gij nu deze voleinden zult, lig ten anderen male neder op uw rechterzijde, en gij zult de ongerechtigheid van het huis van Juda dragen veertig dagen; Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar.
Toen zeide Hij tot mij: Hebt gij, mensenkind, dat gezien? Is er iets lichter geacht bij het huis van Juda, dan deze gruwelen te doen, die zij hier doen? Als zij het land met geweld vervuld hebben, zo keren zij zich, om Mij te vertoornen; want zie, zij steken de wijnranken aan hun neus.
En zeg tot de kinderen Ammons: Hoort des Heeren HEEREN woord: Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gij gezegd hebt: Heah! over Mijn heiligdom, als het ontheiligd werd, en over het land Israels, als het verwoest werd, en over het huis van Juda, als zij in gevangenis gingen;
Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Moab en Seir zeggen: Ziet, het huis van Juda is gelijk al de heidenen;
Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Edom met enkel wraakgierigheid gehandeld heeft tegen het huis van Juda; en zij zich zeer schuldig gemaakt hebben, dat zij zich aan hen gewroken hebben:
Maar over het huis van Juda zal Ik Mij ontfermen, en zal ze verlossen door den HEERE, hun God, en Ik zal ze niet verlossen door boog, noch door zwaard, noch door krijg, door paarden noch door ruiteren.
En de landstreek zal wezen voor het overblijfsel van het huis van Juda, dat zij daarin weiden; des avonds zullen zij in de huizen van Askelon legeren, als de HEERE, hunlieder God, hen zal bezocht, en hun gevangenis zal gewend hebben.
En het zal geschieden, gelijk als gij, o huis van Juda! en gij, o huis Israels, geweest zijt een vloek onder de heidenen, alzo zal Ik ulieden behoeden, en gij zult een zegening wezen; vreest niet, laat uw handen sterk zijn.
Alzo denk Ik wederom in deze dagen goed te doen aan Jeruzalem, en aan het huis van Juda; vreest niet!
Tegen de herders was Mijn toorn ontstoken, en over de bokken heb Ik bezoeking gedaan; maar de HEERE der heirscharen zal Zijn kudde bezoeken, het huis van Juda, en Hij zal hen stellen, gelijk het paard Zijner majesteit in den strijd.
En Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik behouden, en Ik zal hen weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en zij zullen wezen, alsof Ik hen niet verstoten had; want Ik ben de HEERE, hun God, en Ik zal ze verhoren.
Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik alle paarden met schuwigheid slaan, en hun ruiters met zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal Ik Mijn ogen openen, en alle paarden der volken zal Ik met blindheid slaan.
En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt.
Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;
Huis van Judaniet in
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
Gerelateerde teksten
- Aan de voeten van Gamaliel (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Apostel van Jezus Christus (9 voorbeelden in 1 vertaling)
- Apostelen van Christus (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Bloed van Christus (3 voorbeelden in 1 vertaling)
- Bloed van Jezus (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Dag van Christus (3 voorbeelden in 1 vertaling)
- Dag van duisternis (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Dag van wolken (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Dagen van Noach. (4 voorbeelden in 1 vertaling)
- De besnijdenis van Christus (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- De hoofden van de vaderen (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- De muren van Jeruzalem. (5 voorbeelden in 1 vertaling)
- De opstanding van Jezus Christus (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- De oudsten van het huis Israëls (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- De waarheid van het evangelie (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Dienaar van Jezus Christus (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Dienst van God (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Dienstknecht van Christus (3 voorbeelden in 1 vertaling)
- Dochter van Jeruzalem. (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Door de wil van God (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Erfenis van de (4 voorbeelden in 1 vertaling)
- Erfgenaam van God (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Evangelie van Christus (9 voorbeelden in 1 vertaling)
- Evangelie van God (6 voorbeelden in 1 vertaling)
- Feest van het Pascha (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Geest van Christus (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Geest van God (3 voorbeelden in 1 vertaling)
- Genade van God (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Getuigenis van God (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Getuigenis van Jezus (5 voorbeelden in 1 vertaling)
- Gevangene van Christus Jezus (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Gevangene van Jezus Christus (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Gezicht van de Heere (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- God van de doden. (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- God van Israël (28 voorbeelden in 1 vertaling)
- God van verwarring (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Graf van zijn vader (3 voorbeelden in 1 vertaling)
- Haar van zijn hoofd (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Hart springt van vreugde (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Heerlijkheid van Christus (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Herders van Israël (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Het bloed van Abel. (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Het bloed van al de profeten (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Het boek van de oorlogen (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Het leven van Jezus (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Het volk van Israël (5 voorbeelden in 1 vertaling)
- Het zij verre van mij (6 voorbeelden in 1 vertaling)
- Hoofd van Christus (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Huis Israëls (118 voorbeelden in 1 vertaling)
- Huis van David (13 voorbeelden in 1 vertaling)
- Huis van God (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- In de handen van (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- In de naam van de heer. (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- In de naam van Jezus (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- In het huis des HEEREN blijven (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Inwoners van Jeruzalem. (43 voorbeelden in 1 vertaling)
- Jezus van Nazareth (2 voorbeelden in 1 vertaling)
- Juda en Jeruzalem (25 voorbeelden in 1 vertaling)
- Kennis van God (7 voorbeelden in 1 vertaling)
- Kinderen van Israël (9 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning Over Juda (6 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning van Israël (124 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning van Juda (135 voorbeelden in 1 vertaling)