'Wat is de mens' in de Bijbel

Wat is de mens, dat Gij hem groot acht, en dat Gij Uw hart op hem zet?

Wat is de mens, dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is van een vrouw, dat hij rechtvaardig zou zijn?

Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?

O HEERE! wat is de mens, dat Gij hem kent, het kind des mensen, dat Gij het acht?

Maar iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt!