Most Popular Bible Verses in Ezra 8

Ezra Rank:

16
VersbegrippenTweehonderd En MeerAantal Mannen

En van de kinderen van Joab, Obadja, de zoon van Jehiel; en met hem tweehonderd en achttien manspersonen.

23
VersbegrippenHonderd En EnkelenAantal Mannen

En van de kinderen van Selomith, de zoon van Josifja; en met hem honderd en zestig manspersonen.

40
VersbegrippenHonderd En EnkelenAantal Mannen

En van de kinderen van Azgad, Johanan, de zoon van Katan; en met hem honderd en tien manspersonen.

43
VersbegrippenDe Jaren ZestigAantal Mannen

En van de laatste kinderen van Adonikam, welker namen deze waren: Elifelet, Jehiel, en Semaja; en met hen zestig manspersonen.

44
VersbegrippenDe Jaren ZeventigAantal Mannen

En van de kinderen van Bigvai, Uthai en Zabbud; en met hen zeventig manspersonen.

45

Zo zond ik tot Eliezer, tot Ariel, tot Semaja, en tot Elnathan, en tot Jarib, en tot Elnathan, en tot Nathan, en tot Zacharja, en tot Mesullam, de hoofden; en tot Jojarib en tot Elnathan, de leraars;

49
VersbegrippenConstructie Israël

En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi.

55
VersbegrippenTwintigtalAantal Mannen

En van de kinderen van Babai, Zacharja, de zoon van Bebai; en met hem acht en twintig manspersonen.

66
VersbegrippenHand Van GodGods HandAchttienGods Handen Op Mensen

En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons, een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en broederen, achttien;

121
VersbegrippenTempelassistenten

En ik gaf hun bevel aan Iddo, het hoofd in de plaats Chasifja; en ik legde de woorden in hun mond, om te zeggen tot Iddo, zijn broeder, en de Nethinim, in de plaats Chasifja, dat zij ons brachten dienaars voor het huis onzes Gods.

134
VersbegrippenPraktische Zaken Omtrent Het GebedVasten, Vergezeld VanVastenVasten En Bidden

Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet zich van ons verbidden.

142
VersbegrippenTerugkeer Van BabylonArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning Arthahsasta.

144
VersbegrippenGod VerzakenGenade In OTHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodWegenGods HandGevolgen Van Het Verzaken Van GodGods Handen Op MensenSchaamte Is Aangekomen

Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.

149
VersbegrippenLichaamDienstbaarheid En Aanbidding Van GodTweehonderd En MeerTempelassistenten

En van Nethinim, die David en de vorsten ten dienste der Levieten gegeven hadden, tweehonderd en twintig Nethinim, die allen bij namen genoemd werden.

156

Van de kinderen van Pinehas, Gersom; van de kinderen van Ithamar, Daniel; van de kinderen van David, Hattus.

162
VersbegrippenTwintig

En Hasabja, en met hem Jesaja, van de kinderen van Merari, met zijn broederen, en hun zonen, twintig;

163
VersbegrippenMunstelselHeilige KommenBronsGewichten Van Goud

En twintig gouden bekers, tot duizend drachmen; en twee vaten van blinkend goed koper, begeerlijk als goud.

172
VersbegrippenTwaalf WezensAnonieme Priesters

Toen scheidde ik twaalf uit van de oversten der priesteren: Serebja Hasabja, en tien van hun broederen met hen.

184
VersbegrippenWoonwagensHand Van GodWegenVoorbeelden Van Goddelijke BeschermingGods HandGod Redt Van De VijandenGods Handen Op MensenVijandelijke Aanvallen

Alzo verreisden wij van de rivier Ahava, op den twaalfden der eerste maand, om te gaan naar Jeruzalem; en de hand onzes Gods was over ons, en redde ons van de hand des vijands, en desgenen, die ons lagen legde op den weg.

189
VersbegrippenDe Jaren ZeventigAantal Mannen

En van de kinderen van Elam, Jesaja, de zoon van Athalja; en met hem zeventig manspersonen.

191
VersbegrippenOffer Uit Vrije WilBezittingen GevenHeilige KommenEen Heilige NatieVrije Wil

En ik zeide tot hen: Gij zijt heilig den HEERE, en deze vaten zijn heilig; ook dit zilver en dit goud, de vrijwillige gave, den HEERE, den God uwer vaderen.

194
VersbegrippenHonderd En EnkelenAantal Mannen

Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros, Zacharja; en met hem werden bij geslachtsregisters gerekend, aan manspersonen, honderd en vijftig.

195
VersbegrippenTalentenGewichten Van GoudWaarde

Ik woog dan aan hun hand zeshonderd en vijftig talenten zilvers, en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud, honderd talenten;

198
VersbegrippenDe Jaren VijftigAantal Mannen

En van de kinderen van Adin, Ebed, de zoon van Jonathan; en met hem vijftig manspersonen.

199
VersbegrippenNummer TachtigJaren TachtigAantal Mannen

En van de kinderen van Sefatja, Zebadja, de zoon van Michael; en met hem tachtig manspersonen.

200
VersbegrippenNummer TweehonderdAantal Mannen

Van de kinderen van Pahath-Moab, Eljehoenai, van de zoon van Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.

201
VersbegrippenWegen

En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, zijnde de offering van het huis onzes Gods die de koning en zijn raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden werden, geofferd hadden;

202

Toen ontvingen de priesters en de Levieten het gewicht des zilvers en des gouds, en der vaten, om te brengen te Jeruzalem, ten huize onzes Gods.

209
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En MeerAantal Mannen

Van de kinderen van Sechanja, de zoon van Jahaziel; en met hem driehonderd manspersonen.

210

Waakt en bewaart het, totdat gij het opweegt, in tegenwoordigheid van de oversten der priesteren en Levieten, en der vorsten der vaderen van Israel, te Jeruzalem, in de kameren van des HEEREN huis.

215
VersbegrippenRedenen Voor VastenDe Praktijk Van VastenHoudingen Van NederigheidReisVoorbeelden Van BerouwRivieren En StromenLeerbaarheidKanalenZich VernederenVastenVasten En Bidden

Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier Ahava, opdat wij ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods, om van Hem te verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens, en voor al onze have.

227
VersbegrippenDe Vierde Dag Van De WeekDag 4

Op den vierden dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en de vaten, in het huis onzes Gods, aan de hand van Meremoth, den zoon van Uria, den priester, en met hem Eleazar, de zoon van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en Noadja, de zoon van Binnui, de Levieten.

237
VersbegrippenBestuurdersVoorbij De Rivier

Daarna gaven zij de wetten des konings aan des konings stadhouders en landvoogden aan deze zijde der rivier; en zij bevorderden het volk en het huis Gods.

238

Naar het getal en naar het gewicht van dat alles; en het ganse gewicht werd ter zelfder tijd opgeschreven.

250
VersbegrippenDrie Dagen

En wij kwamen te Jeruzalem; en wij bleven aldaar drie dagen.

254
VersbegrippenGeitenNummer TwaalfOffer In OTZoenofferNummer NegentigTwaalf StammenTwaalf DierenDe Jaren ZeventigNegentigEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

En de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren, offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.