Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 36

Genesis Rang:

264
VersbegrippenVreemde KoningenHeersers Van Edom

En Samla stierf, en Saul van Rehoboth, aan de rivier, regeerde in zijn plaats.

424
VersbegrippenVreemde KoningenHeersers Van Edom

En Saul stierf, en Baal-Hanan, de zoon van Achbor, regeerde in zijn plaats.

549
VersbegrippenVreemde KoningenGenoemde VrouwenHeersers Van Edom

En Baal-Hanan, de zoon van Achbor, stierf, en Hadar regeerde in zijn plaats; en de naam zijner stad was Pahu; en de naam zijner huisvrouw was Mechetabeel, een dochter van Matred, de dochter van Mezahab.

695

Dit nu zijn de geboorten van Ezau, welke is Edom.

706
VersbegrippenHeersers Van Edom

En dit zijn koningen, die geregeerd hebben in het land Edom, eer een koning regeerde over de kinderen Israels.

737
VersbegrippenKleinkinderen

Ezau nam zijn vrouwen uit de dochteren van Kanaan, Ada, de dochter van Elon, de Hethiet, en Aholibama, de dochter van Ana, de dochter van Zibeon, de Heviet;

755

En de zonen van Elifaz waren: Teman, Omar, Zefo, en Gaetam, en Kenaz.

796

Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana,

797
Verse ConceptsConcubines

En Timna was een bijwijf van Elifaz, den zoon van Ezau, en zij baarde aan Elifaz Amalek; dit zijn de zonen van Ada, Ezau's huisvrouw.

867
VersbegrippenHeersers Van Edom

De vorst Magdiel, de vorst Iram; dit zijn de vorsten van Edom, naar hun woningen, in het land hunner bezitting; hij is Ezau, de vader van Edom.

886

Derhalve woonde Ezau op het gebergte Seir. Ezau is Edom.

944
VersbegrippenHeersers Van Edom

De vorst Aholibama, de vorst Ela, de vorst Pinon,

970
VersbegrippenEerstgeboreneEerstgeboren Zonen

Dit zijn de vorsten der zonen van Ezau: de zonen van Elifaz, den eerstgeborene van Ezau, waren: de vorst Teman, de vorst Omar, de vorst Zefo, de vorst Kenaz.

974
VersbegrippenHeersers Van Edom

En dit zijn de namen der vorsten van Ezau, naar hun geslachten, naar hun plaatsen, met hun namen: de vorst Timna, de vorst Alva, de vorst Jetheth,

991
VersbegrippenMuilezelsZij Die Voorraad Hadden

En dit zijn de zonen van Zibeon: Aja en Ana, hij is die Ana, die de muilen in de woestijn gevonden heeft, toen hij de ezels van zijn vader Zibeon weidde.

1010

En dit zijn de zonen van Sobal: Alvan en Manahath, en Ebal, en Sefo, en Onam.

1064
VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenMensen Die Afscheid Nemen

Ezau nu had genomen zijn vrouwen, en zijn zonen, en zijn dochters, en al de zielen zijns huizes, en zijn vee, en al zijn beesten, en al zijn bezitting, die hij in het land Kanaan geworven had, en was vertrokken naar een ander land, van het aangezicht van zijn broeder Jakob.

1086
VersbegrippenHeersers Van Edom

De vorst Kenaz, de vorst Teman, de vorst Mibzar,

1103

Ada nu baarde aan Ezau Elifaz, en Basmath baarde Rehuel.

1122
VersbegrippenNederlaagVreemde KoningenHeersers Van Edom

En Husam stierf, en in zijn plaats regeerde Hadad, de zoon van Bedad, die Midian versloeg in het veld van Moab; en de naam zijner stad was Avith.

1123

De vorst Korah, de vorst Gaetam, de vorst Amalek; dat zijn de vorsten van Elifaz in het land Edom; dat zijn de zonen van Ada.

1124

Dit zijn de zonen van Ezer: Bilhan, en Zaavan, en Akan.

1133
VersbegrippenVreemde KoningenHeersers Van Edom

En Bela stierf, en Jobab, de zoon van Zerah, van Bozra, regeerde in zijn plaats.

1144
VersbegrippenGenoemde Zusters

En Basmath, de dochter van Ismael, zuster van Nebajoth.

1150

Dit nu zijn de geboorten van Ezau, de vader der Edomieten, op het gebergte van Seir.

1153

De vorst Dison, de vorst Ezer, de vorst Disan; dit zijn de vorsten der Horieten, naar hun vorsten in het land Seir.

1160

En Aholibama baarde Jehus, en Jaelam, en Korah. Dit zijn de zonen van Ezau, die hem geboren zijn in het land Kanaan.

1173

En dit zijn de zonen van Rehuel: Nahath, en Zerah, Samma en Mizza; dat zijn geweest de zonen van Basmath, Ezau's huisvrouw.

1185
VersbegrippenVreemde KoningenHeersers Van Edom

En Hadad stierf, en Samla, van Masreka, regeerde in zijn plaats.

1201
VersbegrippenHeersers Van Edom

En Dison, en Ezer, en Disan; dat zijn de vorsten der Horieten, zonen van Seir, in het land van Edom.

1212
VersbegrippenGenoemde Zusters

En de zonen van Lotan waren Hori en Hemam; en Lotans zuster was Timna.

1215
VersbegrippenHeersers Van Edom

Bela dan, de zoon van Beor, regeerde in Edom, en de naam zijner stad was Dinhaba.

1223

En dit zijn de zonen van Dison: Hemdan, en Esban, en Ithran, en Cheran.

1260

Dit zijn de namen der zonen van Ezau: Elifaz, de zoon van Ada, Ezau's huisvrouw; Rehuel, de zoon van Basmath, Ezau's huisvrouw.

1268

En dit zijn de zonen van Rehuel, den zoon van Ezau: de vorst Nahath, de vorst Zera, de vorst Samma, de vorst Mizza; dat zijn de vorsten van Rehuel in het land Edom; dat zijn de zonen van Basmath, de huisvrouw van Ezau.

1275

En dit zijn de zonen van Aholibama, de huisvrouw van Ezau: de vorst Jehus, de vorst Jaelam, de vorst Korah; dat zijn de vorsten van Aholibama, de dochter van Ana, de huisvrouw van Ezau.

1284
VersbegrippenKleinkinderen

En dit zijn geweest de zonen van Aholibama, dochter van Ana, dochter van Zibeon, Ezau's huisvrouw; en zij baarde aan Ezau Jehus, en Jaelam, en Korah.

1322

En dit zijn de zonen van Ana: Dison; en Aholibama was de dochter van Ana.

1338
VersbegrippenVreemde KoningenHeersers Van Edom

En Jobab stierf, en Husam, uit der Temanieten land, regeerde in zijn plaats.

1340

Dit zijn de zonen van Disan: Uz en Aran.

1381

Dat zijn de zonen van Ezau, en dat zijn hunlieder vorsten; hij is Edom.

1397

Dit zijn de vorsten der Horieten: de vorst Lotan, de vorst Sobal, de vorst Zibeon, de vorst Ana.

1422
VersbegrippenOvervloed, MaterieelMensen Die ZorgenRijke MensenBezittingen

Want hun have was te veel, om samen te wonen; en het land hunner vreemdelingschappen kon ze niet dragen vanwege hun vee.