9 Bijbelvers over Aasgieren
Meest relevante verzen
Mattheüs 24:28
Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden.
Job 28:7
De roofvogel heeft het pad niet gekend, en het oog der kraai heeft het niet gezien.
Jesaja 34:15
Daar zal de wilde meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken, en onder haar schaduw vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld worden.
Leviticus 11:13
En van het gevogelte zult gij deze verfoeien, zij zullen niet gegeten worden, zij zullen een verfoeisel zijn: de arend, en de havik, en de zeearend,
Deuteronomium 14:12
Maar deze zijn het, van dewelke gij niet zult eten: de arend, en de havik, en de zeearend;