9 Bijbelvers over Aasgieren

Meest relevante verzen

Deuteronomium 14:13

En de wouw, en de kraai, en de gier naar haar aard;

Job 28:7

De roofvogel heeft het pad niet gekend, en het oog der kraai heeft het niet gezien.

Jesaja 34:15

Daar zal de wilde meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken, en onder haar schaduw vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld worden.

Leviticus 11:18

En de kauw, en de roerdomp, en de pelikaan,

Deuteronomium 14:17

En de roerdomp, en de pelikaan, en het duikertje;

Leviticus 11:13

En van het gevogelte zult gij deze verfoeien, zij zullen niet gegeten worden, zij zullen een verfoeisel zijn: de arend, en de havik, en de zeearend,

Deuteronomium 14:12

Maar deze zijn het, van dewelke gij niet zult eten: de arend, en de havik, en de zeearend;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain