18 Bijbelverzen over Anderen Die Rouwden

Meest relevante verzen

Psalmen 38:6

Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.

Jesaja 65:14

Ziet, Mijn knechten zullen juichen van goeder harte, maar gijlieden zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen.

Genesis 21:16

En zij ging en zette zich tegenover, afgaande zo verre, als die met de boog schieten; want zij zeide: Dat ik het kind niet zie sterven; en zij zat tegenover, en hief haar stem op, en weende.

Genesis 27:38

En Ezau zeide tot zijn vader: Hebt gij maar dezen enen zegen, mijn vader? Zegen mij, ook mij, mijn vader! En Ezau hief zijn stem op, en weende.

1 Samuël 1:7-8

En alzo deed hij jaar op jaar; van dat zij opging tot het huis des HEEREN, zo tergde zij haar alzo; daarom weende zij en at niet. Toen zeide Elkana, haar man: Hanna, waarom weent gij, en waarom eet gij niet, en waarom is uw hart kwalijk gesteld? Ben ik u niet beter dan tien zonen?

1 Samuël 1:10

Zij dan viel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot den HEERE, en zij weende zeer.

1 Samuël 30:4

Toen hief David en het volk, dat bij hem was, hun stem op, en weenden, tot dat er geen kracht meer in hen was om te wenen.

2 Koningen 20:3

Och, HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer.

Jesaja 38:3

En hij zeide: Och HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer.

Jeremia 6:26

O dochter Mijns volks! gord een zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen zoons, een zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons snellijk overkomen.

Mattheüs 26:75

En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.

Lukas 22:62

En Petrus, naar buiten gaande, weende bitterlijk.

Lukas 7:38

En staande achter aan Zijn voeten, wenende, begon zij Zijn voeten nat te maken met tranen, en zij droogde ze af met het haar van haar hoofd, en kuste Zijn voeten, en zalfde ze met de zalf.

2 Timotheüs 1:4

Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden;

Ezechiël 7:16

En hun ontkomenden zullen wel ontkomen, maar zij zullen op de bergen zijn, zij allen zullen zijn gelijk duiven der dalen, kermende, een ieder om zijn ongerechtigheid.

1 Corinthiërs 5:2

En zijt gij nog opgeblazen, en hebt niet veel meer leed gedragen, opdat hij uit het midden van u weggedaan worde, die deze daad begaan heeft?

Exodus 2:6

Toen zij het open deed, zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van de knechtjes der Hebreen!

Never miss a post

Public domain