25 Bijbelverzen over Christus Horen

Meest relevante verzen

1 Johannes 1:1

Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens;

1 Johannes 1:3

Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus.

Handelingen 22:15

Want gij zult Hem getuige zijn bij alle mensen, van hetgeen gij gezien en gehoord hebt.

Mattheüs 11:4

En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet:

Lukas 7:22

En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Gaat heen, en boodschapt Johannes weder de dingen, die gij gezien en gehoord hebt, namelijk dat de blinden ziende worden, de kreupelen wandelen, de melaatsen gereinigd worden, de doven horen, de doden opgewekt worden, den armen het Evangelie verkondigd wordt.

Markus 4:33

En door vele zulke gelijkenissen sprak Hij tot hen het Woord, naardat zij het horen konden.

Mattheüs 7:24

Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft;

Lukas 6:47

Een iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is.

Mattheüs 7:26

En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft;

Lukas 6:49

Maar die ze gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk een mens, die een huis bouwde op de aarde zonder fondament; tegen hetwelk de waterstroom aansloeg, en het viel terstond, en de val van datzelve huis was groot.

Lukas 10:39

En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde.

Mattheüs 22:22

En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan.

Lukas 5:15

Maar het gerucht van Hem ging te meer voort; en vele scharen kwamen samen om Hem te horen, en door Hem genezen te worden van hun krankheden.

Lukas 6:17

En met hen afgekomen zijnde, stond Hij op een vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner discipelen, en een grote menigte des volks van geheel Judea en Jeruzalem, en van den zeekant van Tyrus en Sidon;

Mattheüs 26:65

Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn gods lastering gehoord.

Lukas 20:45

En daar al het volk het hoorde, zeide Hij tot Zijn discipelen:

Lukas 15:1

En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.

Johannes 18:21

Wat ondervraagt gij Mij? Ondervraag degenen, die het gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken heb; zie, dezen weten, wat Ik gezegd heb.

Handelingen 9:7

En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.

Never miss a post

Public domain