29 Bible Verses about Christus Is De Heer

Meest relevante verzen

Acts 2:36

Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt.

Revelation 17:14

Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.

1 Timothy 6:15

Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;

Revelation 19:16

En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der heren.

Acts 10:36

Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen.

Romans 10:12

Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen.

Romans 14:9

Want daartoe is Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden heersen zou.

Psalm 110:1

Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.

Matthew 22:44

De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten.

Mark 12:36

Want David zelf heeft door den Heiligen Geest gezegd: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten.

Luke 20:42

En David zelf zegt in het boek der psalmen: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,

Acts 2:34

Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand.

Matthew 22:43

Hij zeide tot hen: Hoe noemt Hem dan David, in de Geest, zijn Heere? zeggende:

Luke 20:44

David dan noemt Hem zijn Heere; en hoe is Hij zijn Zoon?

John 21:7

De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee.

John 13:13

Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het.

John 13:14

Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen.

1 Corinthians 1:2

Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere;

1 Corinthians 8:6

Nochtans hebben wij maar een God, den Vader, uit Welken alle dingen zijn, en wij tot Hem; en maar een Heere, Jezus Christus, door Welken alle dingen zijn, en wij door Hem.

Ephesians 4:5

Een Heere, een geloof, een doop,

1 Timothy 1:2

Aan Timotheus, mijn oprechten zoon in het geloof; genade, barmhartigheid, vrede zij u van God, onzen Vader, en Christus Jezus, onzen Heere.

2 Peter 1:2

Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;

2 Peter 1:11

Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.

2 Peter 2:20

Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.

Luke 6:5

En Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.

1 Peter 3:15

Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.

Matthew 7:21

Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.

Luke 6:46

En wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg?

Jude 1:4

Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot ditzelfde oordeel te voren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid, en de enigen Heerser, God, en onzen Heere Jezus Christus verloochenen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain