11 Bijbelverzen over Christus Niet Altijd Met Mensen

Meest relevante verzen

Johannes 12:8

Want de armen hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd.

Johannes 7:33

Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot Dengene, Die Mij gezonden heeft.

Johannes 13:33

Kinderkens, nog een kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik ulieden nu ook.

Mattheüs 9:15

En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten.

Markus 2:19

En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Zo langen tijd zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.

Lukas 5:34

Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?

Mattheüs 17:17

En Jezus, antwoordende, zeide: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog met ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem Mij hier.

Markus 9:19

En Hij antwoordden hem, en zeide: O ongelovig geslacht, hoe lang zal Ik nog bij ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem tot Mij.

Lukas 9:41

En Jezus, antwoordende, zeide: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog bij ulieden zijn, en ulieden verdragen? Breng uw zoon hier.

Never miss a post

Public domain