50 Bible Verses about Degenen In Nood Helpen

Meest relevante verzen

2 Corinthians 1:4

Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wij zelven van God vertroost worden.

Proverbs 3:27

Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen.

1 John 3:17

Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?

Matthew 5:3

Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

2 Corinthians 8:14

Maar opdat uit gelijkheid, in dezen tegenwoordigen tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen; opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid worde.

Proverbs 31:8

Open uw mond voor den stomme, voor de rechtzaak van allen, die omkomen zouden.

Proverbs 19:17

Die zich des armen ontfermt, leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden.

Galatians 6:10

Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.

Jeremiah 22:16

Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen gericht, toen ging het hem wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de HEERE.

Romans 12:13

Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid.

Luke 6:33

En indien gij goed doet dengenen, die u goed doen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars doen hetzelfde.

Hebrews 13:16

En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft God een welbehagen.

Luke 14:14

En gij zult zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want het zal u vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen.

Matthew 5:42

Geeft dengene, die iets van u bidt, en keert u niet af van dengene, die van u lenen wil.

Psalm 72:12

Want hij zal den nooddruftige redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft.

Psalm 82:4

Verlost den arme en den behoeftige, rukt hem uit der goddelozen hand.

Zephaniah 1:6

En die terugkeren van achter den HEERE; en die den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem niet.

Ephesians 4:28

Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.

Hebrews 2:18

Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen.

Acts 20:35

Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen.

Isaiah 58:7

Is het niet, dat gij den hongerige uw brood mededeelt, en de armen, verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt, en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?

Psalm 41:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige; de HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads.

Psalm 145:18

Koph. De HEERE is nabij allen, die Hem aanroepen, allen, die Hem aanroepen in der waarheid.

Proverbs 21:13

Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.

Acts 26:22

Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude:

Mark 14:7

Want de armen hebt gij altijd met u, en wanneer gij wilt, kunt gij hun weldoen; maar Mij hebt gij niet altijd.

Psalm 145:14

Samech. De HEERE ondersteunt allen, die vallen, en Hij richt op alle gebogenen.

Romans 15:1

Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen.

Psalm 38:22

[ (Psalms 38:23) Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil! ]

Philippians 2:4

Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is.

Psalm 37:40

En de HEERE zal hen helpen, en zal hen bevrijden; Hij zal ze bevrijden van de goddelozen, en zal ze behouden; want zij betrouwen op Hem.

1 Timothy 5:3

Eer de weduwen, die waarlijk weduwen zijn.

Deuteronomy 15:7

Wanneer er onder u een arme zal zijn, een uit uw broederen, in een uwer poorten, in uw land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, zo zult gij uw hart niet verstijven, noch uw hand toesluiten voor uw broeder, die arm is;

Acts 2:45

En zij verkochten hun goederen en have, en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk van node had.

Philippians 4:3

En ik bid ook u, gij mijn oprechte metgezel, wees dezen vrouwen behulpzaam, die met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens, en de andere mijn medearbeiders, welker namen zijn in het boek des levens.

Psalm 140:12

Ik weet, dat de HEERE de rechtzaak des ellendigen, en het recht der nooddruftigen zal uitvoeren.

Proverbs 24:11

Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.

James 2:16

En iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat henen in vrede, wordt warm, en wordt verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des lichaams, wat nuttigheid is dat?

Philippians 1:5

Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe;

Matthew 9:12

Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.

Proverbs 1:28

Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden;

Matthew 6:2

Wanneer gij dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de synagogen en op de straten doen, opdat zij van de mensen geeerd mogen worden. Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg.

Psalm 40:17

[ (Psalms 40:18) Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de HEERE denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God! vertoef niet. ]

Luke 14:13

Maar wanneer gij een maaltijd zult houden, zo nood armen, verminkten, kreupelen, blinden;

1 Timothy 5:10

Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed heeft, zo zij gaarne heeft geherbergd, zo zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagetracht heeft.

Psalm 72:4

Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen.

Philippians 4:9

Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain