9 Bijbelvers over Dertien

Meest relevante verzen

1 Kronieken 26:11

Hilkia was de tweede, Tebalja de derde, Zecharja de vierde; al de kinderen en broederen van Hosa waren dertien.

Numberi 29:13

En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn;

Jozua 19:6

En Beth-Lebaoth, en Saruhen; dertien steden en haar dorpen.

Jozua 21:4

Toen ging het lot uit voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van Aaron, den priester, uit de Levieten, waren van den stam van Juda, en van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin, door het lot, dertien steden.

Jozua 21:19

Al de steden der kinderen van Aaron, de priesteren, waren dertien steden en haar voorsteden.

1 Kronieken 6:60

Van den stam van Benjamin nu: Geba en haar voorsteden, en Allemeth en haar voorsteden, en Anathoth en haar voorsteden. Al hun steden, in hun huisgezinnen, waren dertien steden.

Jozua 21:6

En aan den kinderen van Gerson, van de huisgezinnen van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den halven stam van Manasse, in Bazan, bij het lot, dertien steden.

Jozua 21:33

Al de steden der Gersonieten, naar hun huisgezinnen, zijn dertien steden en haar voorsteden.

1 Kronieken 6:62

En de kinderen van Gerson, naar hun huisgezinnen, hadden van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den stam van Manasse in Basan, dertien steden.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain