24 Bijbelvers over Ego
Meest relevante verzen
Hovaardigheid is voor de verbreking, en hoogheid des geestes voor den val.
En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere?
Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik.
Om zijn vorsten te binden naar zijn lust, en zijn oudsten te onderwijzen.
Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem.
Een gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting der beenderen.
Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij.
En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij.
En ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende de getuigenis van God.
En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt.
Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel.
Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; alzo die Mij eet, dezelve zal leven door Mij.
Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben, gij zult in uw zonden sterven.
Ziet, Ik zal u het zaad verderven; en Ik zal drek op uw aangezichten strooien, den drek uwer feesten, zodat men u met denzelven wegnemen zal.
In den Naam van onzen Heere Jezus Christus, als gijlieden en mijn geest samen vergaderd zullen zijn, met de kracht van onzen Heere Jezus Christus,
Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen.
In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.
Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.
Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.
De weelde staat een zot niet wel; hoeveel te min een knecht te heersen over vorsten!
Maar zij is gelukkiger, indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen. En ik meen ook den Geest Gods te hebben.