9 Bijbelvers over Genummerd
Meest relevante verzen
Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!
Als hij nu, die den vloed heeft, van zijn vloed gereinigd zal zijn, zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn klederen wassen, en hij zal zijn vlees met levend water baden, zo zal hij rein zijn.
Gij zult u ook tellen zeven jaarweken, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen der zeven jaarweken u negen en veertig jaren zullen zijn.
Neem op de som van den buit der gevangenen van mensen en van beesten; gij en Eleazar, de priester, en de hoofden van de vaderen der vergadering.
Zeven weken zult gij u tellen; van dat men met de sikkel begint in het staande koren, zult gij de zeven weken beginnen te tellen.
En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter plage.
Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij.
Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij zult huizen afbreken, om de muren te bevestigen.