46 Bijbelverzen over God Haat Onrecht

Meest relevante verzen

Spreuken 6:16-19

Deze zes haat de HEERE; ja, zeven zijn Zijn ziel een gruwel: Hoge ogen, een valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten; Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen;meer informatie
Een vals getuige, die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt.

Psalmen 43:1

Doe mij recht, o God! en twist Gij mijn twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des bedrogs en des onrechts.

Psalmen 35:1-8

Een psalm van David. Twist, HEERE! met mijn twisters; strijd met mijn bestrijders. Grijp het schild en de rondas, en sta op tot mijn hulp. En breng de spies voort, en sluit den weg toe, mijn vervolgers tegemoet; zeg tot mijn ziel: Ik ben uw Heil.meer informatie
Laat hen beschaamd en te schande worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en schaamrood worden, die kwaad tegen mij bedenken. Laat hen worden als kaf voor den wind, en de Engel des HEEREN drijve hen weg. Hun weg zij duister en gans slibberig; en de Engel des HEEREN vervolge hen. Want zij hebben zonder oorzaak de groeve van hun net voor mij verborgen; zij hebben zonder oorzaak gegraven voor mijn ziel. De verwoesting overkome hem, dat hij het niet wete, en zijn net, dat hij verborgen heeft, vange hemzelven; hij valle daarin met verwoesting.

Psalmen 69:22-28

Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot een valstrik. Laat hun ogen duister worden, dat zij niet zien; en doe hun lenden gedurig waggelen. Stort over hen Uw gramschap uit; en de hittigheid Uws toorns grijpe hen aan.meer informatie
Hun paleis zij verwoest; in hun tenten zij geen inwoner. Want zij vervolgen, dien Gij geslagen hebt; en maken een praat van de smart Uwer verwonden. Doe misdaad tot hun misdaad, en laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. Laat hen uitgedelgd worden uit het boek des levens, en met de rechtvaardigen niet aangeschreven worden.

Jeremia 11:18-20

De HEERE nu heeft het mij te kennen gegeven, dat ik het wete; toen hebt Gij mij hun handelingen doen zien. En ik was als een lam, als een os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen mij dachten, zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde. Maar, o HEERE der heirscharen, Gij rechtvaardige Rechter, Die de nieren en het hart proeft! laat mij Uw wraak van hen zien; want aan U heb ik mijn twistzaak ontdekt.

Jeremia 18:19-23

HEERE! luister naar mij, en hoor naar de stem mijner twisters. Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden. Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, en hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd.meer informatie
Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten. Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel alzo met hen, ten tijde Uws toorns.

Nehemia 4:4-5

Hoor, o onze God! dat wij zeer veracht zijn, en keer hun versmaadheid weder op hun hoofd, en geef hen over tot een roof in een land der gevangenis. En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van voor Uw aangezicht, want zij hebben U getergd, staande tegenover de bouwlieden.

Psalmen 94:1-7

O God der wraken! o HEERE, God der wraken! verschijn blinkende. Gij, Rechter der aarde! verhef U; breng vergelding weder over de hovaardigen. Hoe lang zullen de goddelozen, o HEERE! hoe lang zullen de goddelozen van vreugde opspringen?meer informatie
Uitgieten? hard spreken? alle werkers der ongerechtigheid zich beroemen? O HEERE! zij verbrijzelen Uw volk, en zij verdrukken Uw erfdeel. De weduwe en den vreemdeling doden zij, en zij vermoorden de wezen. En zeggen: De HEERE ziet het niet, en de God van Jakob merkt het niet.

Lukas 18:1-8

En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen; Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. En er was een zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende: Doe mij recht tegen mijn wederpartij.meer informatie
En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie; Nochtans, omdat deze weduwe mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen, opdat zij niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke. En de Heere zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt. Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?

Psalmen 94:20-23

Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting? Zij rotten zich samen tegen de ziel des rechtvaardigen, en zij verdoemen onschuldig bloed. Doch de HEERE is mij geweest tot een Hoog Vertrek, en mijn God tot een Steenrots mijner toevlucht.meer informatie
En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal hen verdelgen.

2 Thessalonicenzen 1:6-7

Alzo het recht is bij God verdrukking te vergelden dengenen, die u verdrukken; En u, die verdrukt wordt, verkwikking met ons, in de openbaring van den Heere Jezus van den hemel met de engelen Zijner kracht;

Openbaring 18:20

Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld.

Openbaring 19:2

Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft.

Jesaja 10:1-3

Wee dengenen, die ongerechte inzettingen inzetten, en den schrijvers, die moeite voorschrijven; Om de armen van het recht af te wenden, en om het recht der ellendigen Mijns volks te roven, opdat de weduwen hun buit worden, en opdat zij de wezen mogen plunderen! Maar wat zult gijlieden doen ten dage der bezoeking, en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden om hulp, en waar zult gij uw heerlijkheid laten?

Deuteronomium 16:19

Gij zult het gericht niet buigen; gij zult het aangezicht niet kennen; ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de ogen der wijzen, en verkeert de woorden der rechtvaardigen.

Amos 1:3-4

Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst. Daarom zal Ik een vuur in het huis van Hazael zenden, dat zal de paleizen van Benhadad verteren.

Micha 2:1-3

Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is. En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja, aan een iegelijk en zijn erfenis. Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.

1 Koningen 21:19

En gij zult tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de HEERE: Hebt gij doodgeslagen, en ook een erfelijke bezitting ingenomen? Daartoe zult gij tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de HEERE: In plaats dat de honden het bloed van Naboth gelekt hebben, zullen de honden uw bloed lekken, ja het uwe!

Spreuken 19:5

Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen.

Spreuken 21:28

Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning.

Amos 5:11-12

Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken. Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.

Amos 8:4-7

Hoort dit, gij, die den nooddruftige opslokt! en dat om te vernielen de ellendigen des lands; Zeggende: Wanneer zal de nieuwe maan overgaan, dat wij leeftocht mogen verkopen? en de sabbat, dat wij koren mogen openen? verkleinende de efa, en den sikkel vergrotende, en verkeerdelijk handelende met bedrieglijke weegschalen; Dat wij de armen voor geld mogen kopen, en den nooddruftige om een paar schoenen; dan zullen wij het kaf van het koren verkopen.meer informatie
De HEERE heeft gezworen bij Jakobs heerlijkheid: Zo Ik al hun werken in eeuwigheid zal vergeten!

Lukas 12:45-46

Maar indien dezelve dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en dronken te worden; Zo zal de heer deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, en zal zijn deel zetten met de ontrouwen.

1 Corinthiërs 6:6-8

Maar de ene broeder gaat met den anderen broeder te recht, en dat voor ongelovigen. Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade? Maar gijlieden doet ongelijk, en doet schade, en dat den broederen.

1 Thessalonicenzen 4:6

Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben.

Jakobus 5:1-6

Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen. Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden; Uw goud en zilver is verroest; en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen.meer informatie
Ziet, het loon der werklieden, die uw landen gemaaid hebben, welke van u verkort is, roept; en het geschrei dergenen, die geoogst hebben, is gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth. Gij hebt lekkerlijk geleefd op de aarde, en wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der slachting. Gij hebt veroordeeld, gij hebt gedood den rechtvaardige; en hij wederstaat u niet.

Psalmen 37:1-2

Een psalm van David. Aleph. Ontsteek u niet over de boosdoeners; benijd hen niet, die onrecht doen. Want als gras zullen zij haast worden afgesneden, en als de groene grasscheutjes zullen zij afvallen.

Psalmen 73:3-11

Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede. Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd.meer informatie
Daarom omringt hen de hovaardij als een keten; het geweld bedekt hen als een gewaad. Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. Zij mergelen de lieden uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte. Zij zetten hun mond tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde. Daarom keert zich Zijn volk hiertoe, als hun wateren eens vollen bekers worden uitgedrukt, Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij den Allerhoogste?

Jesaja 26:10-11

Wordt den goddeloze genade bewezen, hij leert evenwel geen gerechtigheid, hij drijft onrecht in een gans richtig land, en hij ziet de hoogheid des HEEREN niet aan. HEERE! is Uw hand verhoogd, zij zien het niet; maar zij zullen het zien, en beschaamd worden, vanwege den ijver over Uw volk, ook zal het vuur Uw wederpartijders verteren.

Habakuk 1:12-13

Zijt Gij niet van ouds af de HEERE, mijn God, mijn Heilige? Wij zullen niet sterven; o HEERE! tot een oordeel hebt Gij hem gesteld, en o Rots! om te straffen, hebt Gij hem gegrondvest. Gij zijt te rein van ogen, dan dat Gij het kwade zoudt zien, en de kwelling kunt Gij niet aanschouwen; waarom zoudt Gij aanschouwen die trouwelooslijk handelen? Waarom zoudt Gij zwijgen, als de goddeloze dien verslindt, die rechtvaardiger is dan hij?

Exodus 22:21-22

Gij zult ook den vreemdeling geen overlast doen, noch hem onderdrukken; want gij zijt vreemdelingen geweest in Egypteland. Gij zult geen weduwe noch wees beledigen.

Exodus 23:6-8

Gij zult het recht uws armen niet buigen in zijn twistige zaak. Zijt verre van valse zaken; en den onschuldige en gerechtige zult gij niet doden; want Ik zal de goddeloze niet rechtvaardigen. Ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de zienden, en het verkeert de zaak der rechtvaardigen.

Never miss a post

Public domain