4 Bijbelverzen over Handen Schudden

Meest relevante verzen

Job 17:3

Zet toch bij, stel mij een borg bij U; wie zal hij zijn? Dat in mijn hand geklapt worde.

Spreuken 6:1

Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt;

Spreuken 17:18

Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste.

Spreuken 22:26

Wees niet onder degenen, die in de hand klappen, onder degenen, die voor schulden borg zijn.

Never miss a post

Public domain