40 Bible Verses about Haters

Meest relevante verzen

Psalm 34:21

Thau. De boosheid zal den goddeloze doden; en die den rechtvaardige haten, zullen schuldig verklaard worden.

Psalm 139:22

Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij.

Psalm 69:4

Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven.

Romans 1:30

Oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam;

Psalm 86:17

Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn haters zien, en beschaamd worden, als Gij, HEERE! mij geholpen, en mij getroost zult hebben.

Psalm 118:7

De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.

Psalm 38:19

Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.

Psalm 69:14

Ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken; laat mij gered worden van mijn haters, en uit de diepten der wateren.

Proverbs 8:36

Maar die tegen Mij zondigt, doet zijn ziel geweld aan; allen, die Mij haten, hebben den dood lief.

Psalm 129:5

Laat hen beschaamd en achterwaarts gedreven worden, allen, die Sion haten.

Psalm 21:8

Uw hand zal alle vijanden vinden; uw rechterhand zal uw haters vinden.

Deuteronomy 30:7

En de HEERE, uw God, zal al die vloeken leggen op uw vijanden en op uw haters, die u vervolgd hebben.

2 Timothy 3:3

Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden,

Proverbs 9:8

Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.

Deuteronomy 7:15

En de HEERE zal alle krankheid van u afweren, en Hij zal u geen van de kwade ziekten der Egyptenaren, die gij kent, opleggen, maar zal ze leggen op allen, die u haten.

Psalm 139:21

Zou ik niet haten HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan?

Psalm 97:10

Gij liefhebbers des HEEREN! haat het kwade; Hij bewaart de zielen Zijner gunstgenoten; Hij redt hen uit der goddelozen hand.

Micah 3:2

Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen.

Proverbs 1:29

Daarom, dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren.

Psalm 81:15

Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn.

Psalm 44:7

Maar Gij verlost ons van onze wederpartijders, en Gij maakt onze haters beschaamd.

Psalm 120:6

Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede haten.

Psalm 68:1

Een psalm, een lied van David, voor den opperzangmeester. (1a) God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden.

Luke 6:22

Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer zij u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil.

1 John 3:15

Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende.

Philippians 3:18

Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn;

Proverbs 29:10

Bloedgierige lieden haten den vrome; maar de oprechten zoeken zijn ziel.

Psalm 35:19

Laat hen zich niet verblijden over mij, die mij om valse oorzaken vijanden zijn; noch wenken met de ogen, die mij zonder oorzaak haten.

Matthew 24:10

En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten.

Psalm 89:23

Maar Ik zal zijn wederpartijders verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen.

Romans 12:9

De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.

Deuteronomy 7:10

En Hij vergeldt een ieder van hen, die Hem haten, in zijn aangezicht, om hem te verderven; Hij zal het Zijn hater niet vertrekken, in zijn aangezicht zal Hij het hem vergelden.

Psalm 106:41

En Hij gaf hen in de hand der heidenen, en hun haters heersten over hen.

Psalm 41:7

Al mijn haters mompelen te zamen tegen mij; ze bedenken tegen mij, hetgeen mij kwaad is, zeggende:

Isaiah 66:5

Hoort des HEEREN woord, gij, die voor Zijn woord beeft! Uw broeders, die u haten, die u verre afzonderen, om Mijns Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, zij daarentegen zullen beschaamd worden.

Matthew 5:44

Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen;

Psalm 5:5

De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat alle werkers der ongerechtigheid.

Luke 1:71

Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain