19 Bible Verses about Het Eerzame Zal Worden Geëerd

Meest relevante verzen

Psalm 15:4

In wiens ogen de verworpene veracht is, maar hij eert degenen, die den HEERE vrezen; heeft hij gezworen tot zijn schade, evenwel verandert hij niet;

Psalm 37:34

Koph. Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid.

Judges 9:9

Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? En zoude ik heengaan om te zweven over de bomen?

Psalm 91:15

Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken.

Esther 1:20

Als het bevel des konings, hetwelk hij doen zal in zijn ganse koninkrijk, (want het is groot) gehoord zal worden, zo zullen alle vrouwen aan haar mannen eer geven, van de grootste tot de kleinste toe.

Psalm 112:9

Pe. Hij strooit uit, hij geeft den nooddruftige; Tsade. zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid; Koph. zijn hoorn zal verhoogd worden in eer.

Daniel 11:39

En hij zal de vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over velen, en hij zal het land uitdelen om prijs.

Job 14:21

Zijn kinderen komen tot eer, en hij weet het niet; of zij worden klein, en hij let niet op hen.

Psalm 113:8

Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.

Proverbs 3:35

De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.

Proverbs 29:23

De hoogmoed des mensen zal hem vernederen; maar de nederige van geest zal de eer vasthouden.

Zechariah 12:7

En de HEERE zal de tenten van Juda ten voorste behouden, opdat de heerlijkheid van het huis Davids, en de heerlijkheid der inwoners van Jeruzalem, zich niet verheffe tegen Juda.

Proverbs 22:4

Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven.

Proverbs 27:18

Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden.

1 Thessalonians 4:4

Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer;

1 Corinthians 12:26

En hetzij dat een lid lijdt, zo lijden al de leden mede; hetzij dat een lid verheerlijkt wordt, zo verblijden zich al de leden mede.

Proverbs 26:1

Gelijk de sneeuw in den zomer, en gelijk de regen in den oogst, alzo past den zot de eer niet.

Proverbs 26:8

Gelijk hij, die een edel gesteente in een slinger bindt, alzo is hij, die den zot eer geeft.

Matthew 15:6

En gij hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain