14 Bijbelvers over Hulpeloosheid

Meest relevante verzen

Johannes 5:7

De kranke antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens, om mij te werpen in het badwater, wanneer het water beroerd wordt; en terwijl ik kom, zo daalt een ander voor mij neder.

Handelingen 3:2

En een zeker man, die kreupel was van zijner moeders lijf, werd gedragen, welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van degenen, die in den tempel gingen;

Spreuken 31:8-9

Open uw mond voor den stomme, voor de rechtzaak van allen, die omkomen zouden. Open uw mond; oordeel gerechtelijk, en doe den verdrukte en nooddruftige recht.

Job 6:13

Is dan mijn hulp niet in mij, en is de wijsheid uit mij verdreven?

Psalmen 10:8

Hij zit in de achterlage der hoeven, in verborgene plaatsen doodt hij den onschuldige; zijn ogen verbergen zich tegen den arme.

Job 16:6

Zo ik spreek, mijn smart wordt niet ingehouden; en houd ik op, wat gaat er van mij weg?

Psalmen 18:6

Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain