7 Bijbelvers over Koningen En Trots
Meest relevante verzen
Spreuken 14:28
In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring.
Psalmen 33:16
Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door grote kracht;
Job 3:14
Met de koningen en raadsheren der aarde, die voor zich woeste plaatsen bebouwden;
Spreuken 30:22
Om een knecht, als hij regeert; en een dwaas, als hij van brood verzadigd is;
Prediker 4:14
Want een komt uit het gevangenhuis, om koning te zijn; daar ook een, die in zijn koninkrijk geboren is, verarmt.
Jesaja 14:18
Al de koningen der heidenen, zij allen liggen neder met eer, een iegelijk in zijn huis;