16 Bijbelverzen over Koninklijke Huizen

Meest relevante verzen

Genesis 12:15

Ook zagen haar de vorsten van Farao, en prezen haar bij Farao; en die vrouw werd weggenomen naar het huis van Farao.

Jeremia 22:1

Alzo zegt de HEERE: Ga af in het huis des konings van Juda, en spreek aldaar dit woord.

Daniël 4:4

Ik, Nebukadnezar, gerust zijnde in mijn huis, en in mijn paleis groenende,

Daniël 4:29

Want op het einde van twaalf maanden, toen hij op het koninklijk paleis van Babel wandelde,

2 Samuël 7:1

En het geschiedde, als de koning in zijn huis zat, en de HEERE hem rust gegeven had van al zijn vijanden rondom,

2 Samuël 7:2

Zo zeide de koning tot den profeet Nathan: Zie toch, ik woon in een cederen huis, en de ark Gods woont in het midden der gordijnen.

1 Kronieken 17:1

Het geschiedde nu, als David in zijn huis woonde, dat David tot Nathan, den profeet, zeide: Zie, ik woon in een cederen huis, maar de ark des verbonds des HEEREN onder gordijnen.

1 Koningen 7:2

Hij bouwde ook het huis des wouds van Libanon, van honderd ellen in zijn lengte, en vijftig ellen in zijn breedte, en dertig ellen in zijn hoogte, op vier rijen van cederen pilaren, en cederen balken op de pilaren.

1 Koningen 10:17

Insgelijks driehonderd schilden van geslagen goud; drie pond gouds liet hij opwegen tot elk schild; en de koning legde ze in het huis des wouds van Libanon.

1 Koningen 10:4

Als nu de koningin van Scheba zag al de wijsheid van Salomo, en het huis, hetwelk hij gebouwd had,

Mattheüs 11:8

Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die zachte klederen dragen, zijn in der koningen huizen.

Lukas 7:25

Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die in heerlijke kleding en wellust zijn, die zijn in de koninklijke hoven.

Johannes 18:28

Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten.

Johannes 18:33

Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden?

Mattheüs 27:27

Toen namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich in het rechthuis, en vergaderden over Hem de ganse bende.

Markus 15:16

En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen;

Never miss a post

Public domain