9 Bijbelvers over Levensverwachting Vandaag
Meest relevante verzen
Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.
Maar Barzillai zeide tot den koning: Hoe veel zullen de dagen der jaren mijns levens zijn, dat ik met den koning zou optrekken naar Jeruzalem? Ik ben heden tachtig jaren oud; zou ik kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad? Zou uw knecht kunnen smaken, wat ik eet en wat ik drink? Zoude ik meer kunnen horen naar de stem der zangers en zangeressen? En waarom zou uw knecht mijn heer den koning verder tot een last zijn?
Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt.
Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.
Dewijl zijn dagen bestemd zijn, het getal zijner maanden bij U is, en Gij zijn bepalingen gemaakt hebt, die hij niet overgaan zal;
Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers.
De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid. Gij hebt al de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd.
Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was.
En heeft uit een bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt, om op den gehelen aardbodem te wonen, bescheiden hebbende de tijden te voren geordineerd, en de bepalingen van hun woning.