12 Bijbelvers over Listigheid
Meest relevante verzen
Hij vangt de wijzen in hun arglistigheid; dat de raad der verdraaiden gestort wordt.
En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede;
Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid;
En Hij, hun arglistigheid bemerkende, zeide tot hen: Wat verzoekt gij Mij?
Maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods.
Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen;
De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
En de vellen van de geitenbokjes trok zij over zijn handen, en over de gladdigheid van zijn hals.
Zo handelden zij ook arglistiglijk, en gingen heen, en veinsden zich gezanten te zijn, en zij namen oude zakken op hun ezels, en oude en gescheurde, en samengebonden lederen wijnzakken;
Want uw mond leert uw ongerechtigheid, en gij hebt de tong der arglistigen verkoren.
En zij beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden.
En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden.