5 Bijbelvers over Maaien

Meest relevante verzen

Psalmen 72:6

Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen.

Psalmen 129:7

Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder zijn arm;

Amos 7:1

De Heere HEERE deed mij aldus zien; en ziet, Hij formeerde sprinkhanen, in het begin des opkomens van het nagras; en ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen.

Psalmen 90:6

In den morgenstond bloeit het, en het verandert; des avonds wordt het afgesneden, en het verdort.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain