16 Bijbelvers over Maden

Meest relevante verzen

Job 25:6

Hoeveel te min de mens, die een made is, en des mensen kind, die een worm is!

Markus 9:44

Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.

Jesaja 14:11

Uw hovaardij is in de hel nedergestort, met het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken.

Deuteronomium 28:39

Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten.

Jona 4:7

Maar God beschikte een worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad; die stak den wonderboom, dat hij verdorde.

Exodus 16:20

Doch zij hoorden niet naar Mozes, maar sommige mannen lieten daarvan over tot den morgen. Toen wiesen er wormen in, en het werd stinkende; dies werd Mozes zeer toornig op hen.

Exodus 16:24

En zij legden het op tot den morgen, gelijk als Mozes geboden had; en het stonk niet, en er was geen worm in.

Job 17:14

Tot de groeve roep ik: Gij zijt mijn vader! Tot het gewormte: Mijn moeder, en mijn zuster!

Job 21:26

Zij liggen te zamen neder in het stof, en het gewormte overdekt ze.

Job 24:20

De baarmoeder vergeet hem, het gewormte is hem zoet, zijns wordt niet meer gedacht; en het onrecht wordt gebroken als een hout.

Jesaja 66:24

En zij zullen henen uitgaan, en zij zullen de dode lichamen der lieden zien, die tegen Mij overtreden hebben; want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitgeblust worden, en zij zullen allen vlees een afgrijzing wezen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain