13 Bijbelvers over Mensen Overvallen

Meest relevante verzen

Richteren 9:25

En de burgers van Sichem bestelden tegen hem, die op de hoogten der bergen lagen legden, en al wie voorbij hen op den weg doorging, beroofden zij; en het werd Abimelech aangezegd.

Deuteronomium 28:31

Uw os zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten; uw ezel zal van voor uw aangezicht geroofd worden, en tot u niet wederkeren; uw klein vee zal aan uw vijanden gegeven worden, en voor u zal geen verlosser zijn.

Obadja 1:6

Hoe zijn Ezau's goederen nagespeurd, zijn verborgen schatten opgezocht!

1 Corinthiërs 6:8

Maar gijlieden doet ongelijk, en doet schade, en dat den broederen.

Jeremia 21:12

O huis Davids! zo zegt de HEERE: Richt des morgens recht, en verlost den beroofde uit den hand des verdrukkers; opdat Mijn gramschap niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen.

Deuteronomium 28:29

Dat gij op den middag zult omtasten, gelijk als een blinde omtast in het donkere, en uw wegen niet zult voorspoedig maken; maar gij zult alleenlijk verdrukt en beroofd zijn alle dagen, en er zal geen verlosser zijn.

1 Corinthiërs 6:7

Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade?

Lukas 6:30

Maar geeft een iegelijk, die van u begeert; en van dengene, die het uwe neemt, eist niet weder.

Mattheüs 5:40

En zo iemand met u rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook den mantel;

Lukas 6:29

Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de andere; en dengene, die u den mantel neemt, verhindert ook den rok niet te nemen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain