6 Bijbelvers over Ongepaste Dingen
Meest relevante verzen
Gelijk de sneeuw in den zomer, en gelijk de regen in den oogst, alzo past den zot de eer niet.
Een voortreffelijke lip past een dwaze niet, veelmin een prins een leugenachtige lip.
De weelde staat een zot niet wel; hoeveel te min een knecht te heersen over vorsten!
Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en zich omkerende, u verscheuren.
De spijzen zijn voor de buik, en de buik is voor de spijzen; maar God zal beide dezen en die te niet doen. Doch het lichaam is niet voor de hoererij, maar voor den Heere en de Heere voor het lichaam.
Noch oneerbaarheid, noch zot geklap, of gekkernij, welke niet betamen; maar veelmeer dankzegging.