16 Bible Verses about Overeten

Meest relevante verzen

Proverbs 25:16

Hebt gij honig gevonden, eet dat u genoeg is; opdat gij misschien daarvan niet zat wordt, en dien uitspuwt.

Proverbs 23:1

Als gij aangezeten zult zijn om met een heerser te eten, zo zult gij scherpelijk letten op dengene, die voor uw aangezicht is.

1 Corinthians 11:21

Want in het eten neemt een iegelijk te voren zijn eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de andere is dronken.

Proverbs 23:2

En zet een mes aan uw keel, indien gij een gulzig mens zijt;

Luke 21:34

En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome.

Luke 14:10

Maar wanneer gij genood zult zijn, ga heen en zet u in de laatste plaats; opdat, wanneer hij komt, die u genood heeft, hij tot u zegge: Vriend, ga hoger op. Alsdan zal het u eer zijn voor degenen, die met u aanzitten.

Proverbs 23:21

Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering doet verscheurde klederen dragen.

Ezekiel 16:49

Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet.

Proverbs 25:27

Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking van de heerlijkheid van zulke dingen is eer.

Proverbs 23:20

Zijt niet onder de wijnzuipers, noch onder de vleesvreters;

Luke 12:29

En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig.

Matthew 24:38

Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;

1 Kings 22:37

Alzo stierf de koning, en werd naar Samaria gebracht; en zij begroeven den koning te Samaria.

1 Corinthians 10:27

En indien u iemand van de ongelovigen noodt, en gij daar gaan wilt, eet al wat ulieden voorgesteld wordt, niets ondervragende, om des gewetens wil.

Leviticus 18:25

Zodat het land onrein is, en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt.

1 Peter 2:11

Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain