46 Bijbelverzen over Paraatheid

Meest relevante verzen

Mattheüs 22:4

Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft.

Lukas 14:16-17

Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed.

Joël 3:9-10

Roept dit uit onder de heidenen, heiligt een krijg; wekt de helden op, laat naderen, laat optrekken alle krijgslieden. Slaat uw spaden tot zwaarden, en uw sikkelen tot spiesen; de zwakke zegge: Ik ben een held.

1 Koningen 20:12

En het geschiedde, als hij dit woord hoorde, daar hij was drinkende, hij en de koningen in de tenten, dat hij zeide tot zijn knechten: Legt aan! En zij legden aan tegen de stad.

1 Kronieken 12:23-35

En dit zijn de getallen der hoofden dergenen, die toegerust waren ten heire, die tot David te Hebron kwamen, om het koninkrijk van Saul tot hem te wenden, naar den mond des HEEREN: Van de kinderen van Juda, die rondassen en spiesen droegen, waren zes duizend en achthonderd toegerust ten heire; Van de kinderen van Simeon, kloeke helden ten heire, zeven duizend en honderd;meer informatie
Van de kinderen van Levi, vier duizend en zeshonderd; En Jehojada was overste der Aaronieten; en met hem waren er drie duizend en zevenhonderd. En Zadok was een jongeling, een kloek held; en uit zijns vaders huis waren twee en twintig oversten; En van de kinderen van Benjamin, de broederen van Saul, drie duizend; want tot nog toe waren er velen van hen, die het met het huis van Saul hielden; En van de kinderen van Efraim, twintig duizend en achthonderd, kloeke helden, mannen van naam in het huis hunner vaderen; En van den halven stam van Manasse achttien duizend, die met namen uitgedrukt zijn, dat zij kwamen, om David koning te maken; En van de kinderen van Issaschar, die ervaren waren in het verstand van de tijden, om te weten wat Israel doen moest; hun hoofden waren tweehonderd, en alle hun broeders pasten op hun woord; Uit Zebulon, uitgaande in het heir, toegerust ten strijde met alle krijgswapenen, vijftig duizend; en om een slagorde te houden met een onwankelbaar hart; En uit Nafthali, duizend oversten, en bij hen met rondas en spies, zeven en dertig duizend. En uit de Danieten, ten strijde toegerust, acht en twintig duizend en zeshonderd;

2 Kronieken 25:5

En Amazia vergaderde Juda, en stelde hen, naar de huizen der vaderen, tot oversten van duizenden en tot oversten van honderden, door gans Juda en Benjamin; en hij monsterde hen, van twintig jaren oud en daarboven, en vond hen driehonderd duizend uitgelezenen, uittrekkende ten heire, handelende spies en rondas.

Jeremia 51:11-12

Zuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen van Medie opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels. Verheft de banier op de muren van Babel, versterkt de wacht, stelt wachters, bereidt de lagen; want gelijk de HEERE heeft voorgenomen, alzo heeft Hij gedaan, wat Hij over de inwoners van Babel gesproken heeft.

Daniël 11:10

Doch zijn zonen zullen zich in strijd mengen, en zij zullen een menigte van grote heiren verzamelen; en een van hen zal snellijk komen, en als een vloed overstromen en doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich in den strijd mengen, tot aan zijn sterke plaats toe.

Efeziërs 6:11-18

Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.meer informatie
Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid; En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes; Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord. Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;

Psalmen 39:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, voor Jeduthun. (1a) Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong; ik zal mijn mond met een breidel bewaren, terwijl de goddeloze nog tegenover mij is.

Lukas 22:46

En Hij zeide tot hen: Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt.

2 Koningen 20:1

In die dagen werd Hizkia krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide tot hem: Zo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven, en niet leven.

Jesaja 38:1

In die dagen werd Hizkia krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide tot hem: Alzo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis; want gij zult sterven, en niet leven.

Genesis 46:30

En Israel zeide tot Jozef: Dat ik nu sterve, nadat ik uw aangezicht gezien heb, dat gij nog leeft!

Efeziërs 4:11-12

En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus;

Numberi 8:11

En Aaron zal de Levieten bewegen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, vanwege de kinderen Israels; opdat zij zijn, om den dienst des HEEREN te bedienen.

1 Samuël 25:41

Toen stond zij op, en neigde zich met het aangezicht ter aarde, en zij zeide: Ziet, uw dienstmaagd zij tot een dienares, om de voeten der knechten mijns heren te wassen.

2 Corinthiër 8:19

En dat niet alleen, maar hij is ook van de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren Zelven, en de volvaardigheid uws gemoeds;

2 Corinthiër 9:2

Want ik weet de volvaardigheid uws gemoeds, van welke ik roem over u bij de Macedoniers, dat Achaje van over een jaar bereid is geweest; en de ijver, van u begonnen, heeft er velen verwekt.

2 Timotheüs 2:21

Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid.

Spreuken 22:17-18

Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap; Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden.

Jeremia 1:17

Gij dan, gord uw lendenen, en maakt u op, en spreek tot hen alles, wat Ik u gebieden zal; wees niet verslagen voor hun aangezicht, opdat Ik u voor hun aangezicht niet versla.

1 Johannes 2:28

En nu, kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst.

Mattheüs 24:42-44

Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal. Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.

Lukas 12:42-46

En de Heere zeide: Wie is dan de getrouwe en voorzichtige huisbezorger, dien de heer over zijn dienstboden zal zetten, om hun ter rechter tijd het bescheiden deel spijze te geven? Zalig is de dienstknecht, welken zijn heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende. Waarlijk, Ik zeg ulieden, dat hij hem over al zijn goederen zetten zal.meer informatie
Maar indien dezelve dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en dronken te worden; Zo zal de heer deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, en zal zijn deel zetten met de ontrouwen.

Mattheüs 25:1-12

Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen. Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich.meer informatie
Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen. Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap. En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven. Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open! En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet.

Markus 13:33-37

Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is. Gelijk een mens, buitenslands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken; Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den morgenstond);meer informatie
Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde. En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt.

Lukas 12:35-40

Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende. En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen. Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen.meer informatie
En zo hij komt in de tweede nacht wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten. Maar weet dit, dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.

Lukas 12:47-48

En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden. Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen, die slagen waardig zijn, die zal met weinige slagen geslagen worden. En een iegelijk, wien veel gegeven is, van dien zal veel geeist worden; en wien men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger eisen.

Amos 4:12

Daarom zal Ik u alzo doen, o Israel! omdat Ik u dan dit doen zal, zo schik u, o Israel! om uw God te ontmoeten.

Never miss a post

Public domain