24 Bijbelvers over Pijlen, Figuurlijk Gebruikt

Meest relevante verzen

Deuteronomium 32:23

Ik zal kwaden over hen hopen; Mijn pijlen zal Ik op hen verschieten.

Job 6:4

Want de pijlen des Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij.

Psalmen 11:2

Want ziet, de goddelozen spannen den boog, zij schikken hun pijlen op de pees, om in het donkere te schieten naar de oprechten van harte.

Psalmen 45:5

Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart van des Konings vijanden.

Psalmen 64:3

Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl;

Psalmen 76:3

Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela.

Spreuken 25:18

Een man, tegen zijn naaste een valse getuigenis sprekende, is een hamer, en zwaard, en scherpe pijl.

Jeremia 9:8

Hun tong is een moordpijl, zij spreekt bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste van vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste legt hij lagen.

Job 34:6

Ik moet liegen in mijn recht; mijn pijl is smartelijk zonder overtreding.

Klaagliederen 3:12-13

Daleth. Hij heeft Zijn boog gespannen, en Hij heeft mij den pijl als ten doel gesteld. He. Hij heeft Zijn pijlen in mijn nieren doen ingaan.

Psalmen 64:7

Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er.

Ezechiël 5:16

Wanneer Ik de boze pijlen des hongers tegen hen uitzenden zal, die ten verderve zijn zullen, die Ik uitzenden zal om u te verderven; zo zal Ik den honger over u vermeerderen, en u den staf des broods breken.

Psalmen 64:3-4

Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl; Om in verborgen plaatsen den oprechte te schieten; haastig schieten zij naar hem, en vrezen niet.

Psalmen 57:4

Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig onder stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.

Spreuken 26:18-19

Gelijk een, die zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen werpt; Alzo is een man, die zijn naaste bedriegt, en zegt: Jok ik er niet mede?

Psalmen 77:17

De dikke wolken goten water uit; de bovenste wolken gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen.

2 Samuël 22:15

En Hij zond pijlen uit en verstrooide ze; bliksemen en verschrikte ze.

Psalmen 144:6

Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen.

Zacharia 9:14

En de HEERE zal over henlieden verschijnen, en Zijn pijlen zullen uitvaren als een bliksem; en de Heere HEERE zal met de bazuin blazen, en Hij zal voorttreden met stormen uit het zuiden.

Psalmen 127:3-5

Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning. Gelijk de pijlen zijn in de hand eens helds, zodanig zijn de zonen der jeugd. Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain