5 Bijbelvers over Soldaten Tellen

Meest relevante verzen

1 Kronieken 21:2

En David zeide tot Joab en tot de oversten des volks: Gaat heen, telt Israel van Ber-seba tot Dan toe, en brengt hen tot mij, dat ik hun getal wete.

Numberi 31:49

En zij zeiden tot Mozes: Uw knechten hebben opgenomen de som der krijgslieden, die onder onze hand geweest zijn; en uit ons ontbreekt niet een man.

1 Samuël 14:17

Toen zeide Saul tot het volk, dat bij hem was: Telt toch, en beziet, wie van ons weggegaan zijn. En zij telden, en ziet, Jonathan en zijn wapendrager waren daar niet.

2 Samuël 18:1

En David monsterde het volk, dat met hem was; en hij stelde over hen oversten van duizenden, en oversten van honderden.

1 Kronieken 12:23-37

En dit zijn de getallen der hoofden dergenen, die toegerust waren ten heire, die tot David te Hebron kwamen, om het koninkrijk van Saul tot hem te wenden, naar den mond des HEEREN: Van de kinderen van Juda, die rondassen en spiesen droegen, waren zes duizend en achthonderd toegerust ten heire; Van de kinderen van Simeon, kloeke helden ten heire, zeven duizend en honderd;meer informatie
Van de kinderen van Levi, vier duizend en zeshonderd; En Jehojada was overste der Aaronieten; en met hem waren er drie duizend en zevenhonderd. En Zadok was een jongeling, een kloek held; en uit zijns vaders huis waren twee en twintig oversten; En van de kinderen van Benjamin, de broederen van Saul, drie duizend; want tot nog toe waren er velen van hen, die het met het huis van Saul hielden; En van de kinderen van Efraim, twintig duizend en achthonderd, kloeke helden, mannen van naam in het huis hunner vaderen; En van den halven stam van Manasse achttien duizend, die met namen uitgedrukt zijn, dat zij kwamen, om David koning te maken; En van de kinderen van Issaschar, die ervaren waren in het verstand van de tijden, om te weten wat Israel doen moest; hun hoofden waren tweehonderd, en alle hun broeders pasten op hun woord; Uit Zebulon, uitgaande in het heir, toegerust ten strijde met alle krijgswapenen, vijftig duizend; en om een slagorde te houden met een onwankelbaar hart; En uit Nafthali, duizend oversten, en bij hen met rondas en spies, zeven en dertig duizend. En uit de Danieten, ten strijde toegerust, acht en twintig duizend en zeshonderd; En uit Aser, uitgaande in het heir, om krijgsorde te houden, waren veertig duizend; En van gene zijde van de Jordaan, van de Rubenieten, en Gadieten, en den halven stam van Manasse, met allerlei krijgsgereedschap ten oorlog, honderd en twintigduizend.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain