10 Bijbelvers over Toegelaten Voedsel

Meest relevante verzen

Genesis 2:16

En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten;

Genesis 3:2

En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten;

Genesis 14:24

Het zij buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het deel dezer mannen, die met mij getogen zijn, Aner, Eskol en Mamre, laat die hun deel nemen!

Leviticus 19:25

En in het vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht eten, om het inkomen daarvan voor u te vermeerderen; Ik ben de HEERE, uw God!

Mattheüs 15:11

Hetgeen ten monde ingaat, ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens.

Markus 7:15

Er is niets van buiten den mens in hem ingaande, hetwelk hem kan ontreinigen; maar de dingen, die van hem uitgaan, die zijn het, welke den mens ontreinigen.

Markus 7:19

Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid uit, reinigende al de spijzen.

1 Corinthiërs 10:25

Eet al wat in het vleeshuis verkocht wordt, niets ondervragende, om des gewetens wil;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain