10 Bijbelvers over Vette Mensen
Meest relevante verzen
En hij bracht aan Eglon, den koning der Moabieten, dat geschenk; Eglon nu was een zeer vet man.
Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij zijt dik, ja, met vet overdekt geworden!); en hij liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils.
Zij zijn vet, zij zijn glad, zelfs de daden der bozen gaan zij te boven; de rechtzaak richten zij niet, zelfs de rechtzaak des wezen, nochtans zijn zij voorspoedig; ook oordelen zij het recht der nooddruftigen niet.
Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven.
Waarom slaat gijlieden achteruit tegen Mijn slachtoffer, en tegen Mijn spijsoffer, hetwelk Ik geboden heb in de woning; en eert uw zonen meer dan Mij, dat gijlieden u mest van het voornaamste van alle spijsoffers van Mijn volk Israel?
Omdat hij zijn aangezicht met zijn vet bedekt heeft, en rimpelen gemaakt om de weekdarmen;
Ten einde nu der tien dagen, zag men dat hun gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten.
Gij hebt lekkerlijk geleefd op de aarde, en wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der slachting.