15 Bible Verses about Voorspoed Van Het Kwaad
Meest relevante verzen
Waarom leven de goddelozen, worden oud, ja, worden geweldig in vermogen? Hun zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun ogen. Hun huizen hebben vrede zonder vreze, en de roede Gods is op hen niet.meer informatie
Zijn stier bespringt, en mist niet; zijn koe kalft, en misdraagt niet. Hun jonge kinderen zenden zij uit als een kudde, en hun kinderen huppelen. Zij heffen op met de trommel en de harp, en zij verblijden zich op het geluid des orgels. In het goede verslijten zij hun dagen; en in een ogenblik dalen zij in het graf.
Dit alles heb ik gezien in de dagen mijner ijdelheid; er is een rechtvaardige, die in zijn gerechtigheid omkomt; daarentegen is er een goddeloze, die in zijn boosheid zijn dagen verlengt.
Hoe lang zullen de goddelozen, o HEERE! hoe lang zullen de goddelozen van vreugde opspringen?
Hoe dikwijls geschiedt het, dat de lamp der goddelozen uitgeblust wordt, en hun verderf hun overkomt; dat God hun smarten uitdeelt in Zijn toorn!
De aarde wordt gegeven in de hand des goddelozen; Hij overdekt het aangezicht harer rechteren; zo niet, wie is Hij dan?
Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede. Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd.meer informatie
Daarom omringt hen de hovaardij als een keten; het geweld bedekt hen als een gewaad. Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. Zij mergelen de lieden uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte. Zij zetten hun mond tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde.
Gij zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! wanneer ik tegen U zou twisten; ik zal nochtans van Uw oordelen met U spreken; waarom is der goddelozen weg voorspoedig, waarom hebben zij rust, allen, die trouwelooslijk trouweloosheid bedrijven?
Er is nog een ijdelheid, die op aarde geschiedt: dat er zijn rechtvaardigen, dien het wedervaart naar het werk der goddelozen, en er zijn goddelozen, dien het wedervaart naar het werk der rechtvaardigen. Ik zeg, dat dit ook ijdelheid is.
Is het U goed, dat Gij verdrukt, dat Gij verwerpt den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel geeft?
Gij zijt te rein van ogen, dan dat Gij het kwade zoudt zien, en de kwelling kunt Gij niet aanschouwen; waarom zoudt Gij aanschouwen die trouwelooslijk handelen? Waarom zoudt Gij zwijgen, als de goddeloze dien verslindt, die rechtvaardiger is dan hij?
En Ik zal het in de hand der vreemden overgeven ten roof, en den goddelozen der aarde ten buit, en zij zullen het ontheiligen.
Zijn er niet nog, in eens ieders goddelozen huis, schatten der goddeloosheid en een schaarse efa, dat te verfoeien is?
En nu, wij achten de hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid doen, worden gebouwd; ook verzoeken zij den HEERE, en ontkomen.
Dat het gejuich de goddelozen van nabij geweest is, en de vreugde des huichelaars voor een ogenblik?
Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.