21 Bijbelvers over Vuur Afkomstig Van God

Meest relevante verzen

2 Samuël 22:9

Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.

Psalmen 18:8

Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.

Daniël 7:10

Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken werden geopend.

Numberi 16:35

Daartoe ging een vuur uit van den HEERE, en verteerde die tweehonderd en vijftig mannen, die reukwerk offerden.

Jesaja 10:16

Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen onder zijn vetten een magerheid zenden; en onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden, als den brand des vuurs.

Deuteronomium 4:11

En gijlieden naderdet en stondt beneden dien berg; (die berg nu brandde van vuur, tot aan het midden des hemels; er was duisternis, wolken en donkerheid).

Deuteronomium 5:23

En het geschiedde, als gij die stem uit het midden der duisternis hoordet, en de berg van vuur brandde, zo naderdet gij tot mij, alle hoofden uwer stammen, en uw oudsten,

Deuteronomium 9:15

Toen keerde ik mij, en ging van den berg af; de berg nu brandde van vuur, en de twee tafelen des verbonds waren op beide mijn handen.

Ezechiël 1:4

Toen zag ik, en ziet, een stormwind kwam van het noorden af, een grote wolk, en een vuur daarin vervangen, en een glans was rondom die wolk; en uit het midden daarvan was als de verf van Hasmal, uit het midden des vuurs.

Psalmen 105:32

Hij maakte hun regen tot hagel, vlammig vuur in hun land.

Deuteronomium 5:5

(Ik stond te dier tijd tussen den HEERE en tussen u, om u des HEEREN woord aan te zeggen; want gij vreesdet voor het vuur en klomt niet op den berg) zeggende:

Deuteronomium 5:25

Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien wij voortvoeren de stem des HEEREN, onzes Gods, langer te horen, zo zouden wij sterven.

Deuteronomium 18:16

Naar alles, wat gij van den HEERE, uw God, aan Horeb, ten dage der verzameling, geeist hebt, zeggende: Ik zal niet voortvaren te horen de stem des HEEREN, mijns Gods, en ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve.

Micha 1:4

En de bergen zullen onder Hem versmelten, en de dalen gekloofd worden, gelijk was voor het vuur, gelijk wateren, die uitgestort worden in de laagte.

Ezechiël 20:48

En alle vlees zal zien, dat Ik, de HEERE, dat aangestoken heb; het zal niet uitgeblust worden.

Psalmen 29:7

De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit.

Jesaja 30:27

Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend vuur;

Ezechiël 39:6

En Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.

Deuteronomium 32:22

Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain