21 Bijbelvers over Wegen Van Het Kwaad
Meest relevante verzen
Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.
Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.
Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten.
Hij bedenkt onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die niet goed is; het kwaad verwerpt hij niet.
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
Aangaande de handelingen des mensen, ik heb mij, naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers;
Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.
De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen.
De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben.
De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.
Hebt gij het pad der eeuw waargenomen, dat de ongerechtige lieden betreden hebben?
Nochtans heeft Mijn volk Mij vergeten, zij roken der ijdelheid; want zij hebben hen doen aanstoten op hun wegen, op de oude paden, opdat zij mochten wandelen in stegen van een weg, die niet opgehoogd is;
Hun weg zij duister en gans slibberig; en de Engel des HEEREN vervolge hen.
Want de HEERE kent den weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan.
De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.
Goed verstand geeft aangenaamheid; maar de weg der trouwelozen is streng.
In den weg uwer zuster hebt gij gewandeld, daarom zal Ik haar beker in uw hand geven.
Weest niet als uw vaderen, tot dewelke de vorige profeten riepen, zeggende: Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Bekeert u toch van uw boze wegen, en uw boze handelingen; maar zij hoorden niet, en zij luisterden niet naar Mij, spreekt de HEERE.