11 Bible Verses about Wilde Ezels
Meest relevante verzen
En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen.
Zult gij de maanden tellen, die zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren?
Zult gij de maanden tellen, die zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren? Als zij zich krommen, haar jongen met versplijting voortbrengen, haar smarten uitwerpen? Haar jongen worden kloek, worden groot door het koren; zij gaan uit, en keren niet weder tot dezelve.meer informatie
Wie heeft den woudezel vrij henengezonden, en wie heeft de banden des wilden ezels gelost?
Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst mede.
Dan zal een verstandeloos man kloekzinnig worden; hoewel de mens als het veulen eens woudezels geboren is.
Ziet, zij zijn woudezels in de woestijn; zij gaan uit tot hun werk, makende zich vroeg op ten roof; het vlakke veld is hem tot spijs, en den jongeren.
En de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hun ogen versmachten, omdat er geen kruid is.
Want het paleis zal verlaten zijn, het gewoel der stad zal ophouden; Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken zijn, tot in der eeuwigheid, een vreugde der woudezelen, een weide der kudden.
En hij werd van de kinderen der mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij de woudezelen; men gaf hem gras te smaken gelijk den ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil.
Want zij zijn opgetogen naar Assur, een woudezel, die alleen voor zichzelven is; die van Efraim hebben boelen om hoerenloon gehuurd.