8 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Akkub' in de Bijbel

En de kinderen van Eljoenai waren Hodajeva, en Eljasib, en Pelaja, en Akkub, en Johanan, en Delaja, en Anani; zeven.

De poortiers nu waren: Sallum, en Akkub, en Talmon, en Ahiman, en hun broeders; Sallum was het hoofd.

De kinderen der poortiers. De kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai; deze allen waren honderd negen en dertig.

VersbegrippenPoortwachtersHonderd En Enkelen

De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen van Akkub;

De poortiers: de kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai, honderd acht en dertig;

VersbegrippenPoortwachtersHonderd En Enkelen

Jesua nu, en Bani, en Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, Hodia, Maaseja, Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja, en de Levieten onderwezen het volk in de wet. En het volk stond op zijn standplaats.

VersbegrippenBegripHet Schrift LezenDe Bijbel Lezen

En de poortiers: Akkub, Talmon, met hun broederen, die wacht hielden in de poorten, waren honderd twee en zeventig.

VersbegrippenPoortwachtersPoortenPortiersHonderd En Enkelen

Matthanja en Bakbukja, Obadja, Mesullam, Talmon en Akkub, waren poortiers, de wacht waarnemende bij de schatkamers der poorten.

VersbegrippenPoortwachtersPortiers

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain