16 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Aroer' in de Bijbel

En de kinderen van Gad bouwden Dibon, en Ataroth, en Aroer,

Van Aroer af, dat aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die aan de beek is, ook tot Gilead toe, was er geen stad, die voor ons te hoog was; de HEERE, onze God, gaf dat alles voor ons aangezicht.

VersbegrippenSteden Onder VuurArnonZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Ditzelfde land nu namen wij te dier tijd in bezit; van Aroer af, dat aan de beek Arnon is, en de helft van het gebergte van Gilead, met de steden van hetzelve, gaf ik aan de Rubenieten en Gadieten.

VersbegrippenBergenHelft Van DistrictenArnonReuben Gad en Half Manasse

Van Aroer af, dat aan den oever der beek Arnon is, tot aan den berg Sion, welke is Hermon;

VersbegrippenArnon

Sihon, de koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; die van Aroer af heerste, welke aan den oever der beek Arnon is, en over het midden der beek en de helft van Gilead, en tot aan de beek Jabbok, de landpale der kinderen Ammons;

VersbegrippenRivieren En StromenHelft Van DistrictenArnon

Van Aroer aan, die aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke land van Medeba tot Dibon toe;

VersbegrippenArnon

Dat hun landpale was van Aroer af, dat aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke land tot Medeba toe:

VersbegrippenArnonRivier Arnon

Dat hun landpale was Jaezer, en al de steden van Gilead, en het halve land der kinderen Ammons, tot Aroer toe, die voor aan Rabba is;

VersbegrippenHelft Van Districten

Terwijl Israel driehonderd jaren gewoond heeft in Hesbon, en in haar stedekens, en in Aroer, en in al de stedekens, en in al de steden, die aan de zijde van de Arnon zijn; waarom hebt gij het dan in die tijd niet gered?

Versbegrippen100 Jaar En MeerArnon

En hij sloeg hen van Aroer af tot daar gij komt te Minnith, twintig steden, en tot aan Abel-Keramim, met een zeer groten slag. Alzo werden de kinderen Ammons ten ondergebracht voor het aangezicht der kinderen Israels.

VersbegrippenVeroveringTwintigZij Onderworpen Aan Mensen

En tot die te Aroer, en tot die te Sifmoth, en tot die te Esthemoa,

En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.

Van de Jordaan af, tegen den opgang der zon, het ganse land van Gilead, der Gadieten, en der Rubenieten, en der Manassieten; van Aroer, dat aan de beek van Arnon is, en Gilead, en Basan.

VersbegrippenArnonVoorbij JordaniëReuben Gad en Half Manasse

En Bela, de zoon van Azaz, den zoon van Sema, den zoon van Joel, die woonde te Aroer, en tot aan Nebo, en Baal-Meon,

De steden van Aroer zullen verlaten worden; voor de kudden zullen zij wezen, die zullen daar nederliggen, en niemand zal ze verschrikken.

VersbegrippenLege StedenDe Kudde Hoeden

Sta aan den weg, en zie toe, gij inwoneres van Aroer! Vraag den vluchtenden man en de ontkomene vrouw; zeg: Wat is er geschied?

VersbegrippenVluchtelingenWegenWat Is Er Aan De Hand?

Public domain