2 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Betaste' in de Bijbel
En Izak zeide tot Jakob: Nader toch, dat ik u betaste, mijn zoon! of gij mijn zoon Ezau zelf zijt, of niet.
Toen zeide Simson tot den jongen, die hem bij de hand hield: Laat mij gaan, dat ik de pilaren betaste, op dewelke het huis gevestigd is, dat ik daaraan leune.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Alle Boeken