26 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Ezra' in de Bijbel

En de kinderen van Ezra waren Jether, en Mered, en Efer, en Jalon; en zij baarde Mirjam, en Sammai, en Isbah, den vader van Esthemoa.

Na deze geschiedenissen nu, in het koninkrijk van Arthahsasta, koning van Perzie: Ezra, de zoon van Seraja, den zoon van Azarja, den zoon van Hilkia,

VersbegrippenArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israels, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonAan Anderen GevenHand Van GodDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTSchriftgeleerdenGods HandGeleerdenGods Handen Op MensenDe Wet Bestuderen

Want Ezra had zijn hart gericht, om de wet des HEEREN te zoeken en te doen, en om in Israel te leren de inzettingen en de rechten.

VersbegrippenGecommuniceerde LeerIntelligentieStudieVernieuwd HartDoelen Van De MensDe Wet BestuderenDe Weg Van God OnderwijzenStuderenStandbeelden

Dit is nu het afschrift des briefs, dien de koning Arthahsasta gaf aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde; den schriftgeleerde van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen over Israel:

VersbegrippenJudaïsmeBrievenArtaxerxes De KoningKopieën Van Documenten

Arthahsasta koning der koningen, aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde der wet van den God des hemels, volkomen vrede en op zulken tijd.

VersbegrippenGroetenHogepriesters In OTArtaxerxes De KoningVrijwilligerswerk

En van mij, mij, koning Arthahsasta, wordt bevel gegeven aan alle schatmeesters, die aan gene zijde der rivier zijt, dat alles, wat Ezra, de priester, de schriftgeleerde der wet van den God des hemels, van u zal begeren, spoediglijk gedaan worde;

VersbegrippenArtaxerxes De Koning

En gij, Ezra, naar de wijsheid uws Gods, die in uw hand is, stel regeerders en richters, die al het volk richten, dat aan gene zijde der rivier is, allen, die de wetten Gods weten, en die ze niet weet, zult gijlieden die bekend maken.

VersbegrippenDe Wijsheid Van GodRechtersMagistratenVoorbij De RivierDe Weg Van God Onderwijzen

Als Ezra alzo bad, en als hij deze belijdenis deed, wenende en zich voor Gods huis nederwerpende, verzamelde zich tot hem uit Israel een zeer grote gemeente van mannen, en vrouwen, en kinderen; want het volk weende met groot geween.

VersbegrippenMenigtesGebarenMenselijke Aspecten Van SchuldHuis Van GodGrootsheidGebed Als Vraag Voor GodSpijtVoorbeelden Van BerouwHeropleving Van BedrijvenVeroordeling Van ZondeReligieus OntwakenTranenGenoemde Personen Die BadenBiechten

Toen antwoordde Sechanja, de zoon van Jehiel, een van de zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen onzen God, en wij hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; maar nu, er is hope voor Israel, dezen aangaande.

VersbegrippenHoop In GodOptimismeDeelname In ZondeOntrouw Tegenover God

Toen stond Ezra op, en deed de oversten der priesteren, de Levieten en gans Israel zweren, te zullen doen naar dit woord; en zij zwoeren.

VersbegrippenMensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed

En Ezra stond op van voor Gods huis, en ging in de kamer van Johanan, den zoon van Eljasib; als hij daar kwam, at hij geen brood, en dronk geen water, want hij bedreef rouw over de overtreding der weggevoerden.

VersbegrippenOnthouding Als Een DisciplineAard Van VastenZorgenWaterVasten In Rouw

Toen stond Ezra, de priester, op en zeide tot hen: Gijlieden hebt overtreden, en vreemde vrouwen bij u doen wonen, om Israels schuld te vermeerderen.

VersbegrippenDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadSchuld

En de kinderen der gevangenis deden alzo; en Ezra, de priester, met de mannen, de hoofden der vaderen, naar het huis hunner vaderen, en zij allen, bij namen genoemd, scheidden zich af, en zij zaten op den eersten dag der tiende maand, om deze zaak te onderzoeken.

VersbegrippenMaand 10

Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel geboden had.

VersbegrippenHogepriesters In OTHeiligheid, Afzonderlijk Voor GodGeletterdheidMaand 7

En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.

VersbegrippenDageraadMiddagNamen Van De BijbelGenoemde PoortenDe Bijbel Lezen

En Ezra, de schriftgeleerde, stond op een hogen houten stoel, dien zij tot die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; en aan zijn linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja en Mesullam.

VersbegrippenDe Daad Van OpenenDocumenten OpenenMensen Die OpstaanDe Bijbel Lezen

En Ezra loofde den HEERE, den groten God; en al het volk antwoordde: Amen, amen! met opheffing hunner handen, en neigden zich, en aanbaden den HEERE, met de aangezichten ter aarde.

VersbegrippenEen Vierde Pad

En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den HEERE, uw God, heilig; bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden.

VersbegrippenFeestenGezegend ZijnVrijetijd En VrijetijdsbestedingLiefdesmaalBeloofd PlezierEten Voor GodIn Neerslachtigheid VerzinkenRouw NietGod Onze KrachtAlcoholische DrankenVreugdeKracht In Harde TijdenHoop En KrachtVieringEen Goede Dag HebbenBlij Zijn En Van Het Leven GenietenSterkteVierenVriendelijkheid

En des anderen daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen in de woorden der wet.

VersbegrippenFeestenMaand 7

Dit nu zijn de priesters en de Levieten, die met Zerubbabel, den zoon van Sealthiel, en Jesua, optogen: Seraja, Jeremia, Ezra,

Dezen waren in de dagen van Jojakim, den zoon van Jesua, den zoon van Jozadak, en in de dagen van Nehemia, den landvoogd, en van den priester Ezra, den schriftgeleerde.

VersbegrippenBestuurdersSchriftgeleerdenTijden Van Mensen

En Azarja, Ezra, en Mesullam,

En zijn broeders, Semaja, en Azareel, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel, en Juda, Hanani, met muziekinstrumenten van David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, ging voor hun aangezicht heen.

VersbegrippenMan Van God

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain