9 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hazor' in de Bijbel

Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning van Hazor, dit hoorde, zo zond hij tot Jobab, den koning van Madon, en tot den koning van Simron, en tot den koning van Achsaf,

En Jozua keerde weder ter zelver tijd, en hij nam Hazor in, en haar koning sloeg hij met het zwaard; want Hazor was te voren het hoofd van al deze koninkrijken.

VersbegrippenKoninkrijkenKoningen Doden

En zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over, dat adem had; en Hazor verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenGeen OverlevendenUitroeiingBrandende Steden

Alleenlijk verbrandden de Israelieten geen steden, die op haar heuvelen stonden, behalve Hazor alleen; dat verbrandde Jozua.

VersbegrippenArcheologieVuurzeeBrandende Steden

De koning van Madon, een; de koning van Hazor, een;

En Kedes, en Hazor, en Jithnan,

En Hazor-Hadattha, en Kerioth-Hezron, dat is Hazor,

En Adama, en Rama, en Hazor,

En Kedes, en Edrei, en En-Hazor,

Public domain